3.
Steek de stekkers van de lastkabel van de warm-
tepomp (③) en van de buskabel (④) in de bijhoren-
de bus aan de onderkant van de elektrische scha-
kelkast.
4
4.
Strip alle andere kabels alvorens ze in de scha-
kelkast te leggen (striplengte van de afzonderlijke
aders: telkens 6 mm.).
5.
Open de zijplaat (⑤) van de elektrische schakel-
kast.
5
6.
Voer de kabels in de kabelgoten van de schakel-
kast.
7.
Sluit de elektrische leidingen volgens het aansluit-
schema aan.
„Aansluitschema" van het betreffende type appa-
raat, vanaf pagina 28
8.
Leg alle kabels in de kabelgoten in de schakel-
kast, leid ze door de trekontlasting (⑥) en schroef
de trekontlasting vast.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059300lNL | ait-deutschland GmbH
3
5
9.
Leid de steekaansluitingen voor het bedienings-
element uit de openingen (⑦) in de voorste afdek-
king van de elektrische schakelkast naar buiten.
AANWIJZING
Het bedieningselement van de verwarmings-
en warmtepompregelaar kan door middel van
een geschikte netwerkkabel worden verbon-
den met een computer of netwerk, om de ver-
warmings- en warmtepompregelaar dan van
daaruit te besturen.
Indien een dergelijke verbinding gewenst is, leid
dan een afgeschermde netwerkkabel (Ⓝ, cate-
gorie 6, met RJ45 connector) door de schakel-
kast en sluit deze aan op de overeenkomstige
aansluiting van het bedieningselement.
"Aansluitingen op het bedieningselement", pagi-
na 14
AANWIJZING.
Het geïntegreerd elektrisch verwarmingsele-
ment is standaard op 9 kW (6kW) aangeslo-
ten. Het kan op het relais Q op 6 kW (4kW) =
2 fasewerking, hiervoor Q5/6 losklemmen.
Of op 3kW (2kW) = 1 fasewerking, hiervoor
Q5/6 en Q5/4 losklemmen.
De waarden tussen haakjes zijn voor het 6
kW-verwarmingselement. Losgemaakte ka-
bels van lasdoppen voorzien. Alle bovenge-
noemde fases mogen losgemaakt worden
(veiligheids-temperatuurbegrenzer).
10. Sluit de elektrische schakelkast door de zijplaat
weer aan te brengen.
N
7
6
Q
13