Er moet een vast IP-adres in de Master Control worden ingesteld om een slave-
besturing te kunnen toevoegen. Een omschakeling naar DHCP of een wijziging van
het vaste IP-adres is achteraf niet mogelijk.
De Control die als "Slave-Control" moet worden gebruikt, mag niet zijn
geconfigureerd voordat deze is toegevoegd. Om een besturing als slaaf toe te
voegen, mag alleen het IP-adres van de Control worden gewijzigd. Alle andere
instellingen zorgen ervoor dat een fabrieksreset moet worden uitgevoerd om de
Control weer in een cascadeerbare toestand te brengen.
1. Breng de spanningsvoorziening van alle slave-besturingen tot stand.
2. Ga in de hoofdbesturing naar het menu Slave-Controls en klik op het groene plusje
om Slave-Controls toe te voegen. Als DHCP is ingeschakeld, verschijnt er een
foutmelding omdat cascadering alleen mogelijk is met een vast IP-adres.
3. Selecteer de gewenste Slave-Control en wijs een naam toe, klik vervolgens op
"Opslaan". De voedings-LED van de Slave-Control brandt dan continu geel.
4. Herhaal de procedure om nog meer slave-besturingen in te leren.
Als u wAppLoxx Pro Repeaters in uw systeem wilt integreren, voegt u deze pas
toe nadat u de Slave-Controls hebt geïntegreerd (zie hoofdstuk 7.2).
Als u uw systeem met een Slave-Control wilt uitbreiden, blijven de in een andere
Control ingeleerde repeaters en cilinders daardoor onaangetast.
Wijzigingen worden gewoonlijk onmiddellijk uitgewisseld tussen Master- en
Slave-Controls. Als de netwerkverbinding echter slecht is, kan deze communicatie
worden verstoord of vertraagd. Daarom worden gegevens regelmatig, één keer
per minuut, extra gesynchroniseerd.
[31] wAppLoxx Pro Control Plus complete handleiding
V3