Communicatieobjecten:
2 ,66 ,130 ,194 - Teller ingang x - Actief vermogen (4-byte-14.056 DPT_Value_Power)
3 ,67 ,131 ,195 - Teller ingang x - Schijnbaar vermogen (4-byte-14.080 DPT_Value_ApparentPower)
4 ,68 ,132 ,196 - Teller ingang x - Reactief vermogen (4-byte-14.081 DPT_Value_ReactivePower)
Het opstarten van de dynamische modus vindt plaats met behulp van het object Activering dynamische modus.
Communicatieobjecten:
58 ,122 ,186 ,250 - Teller ingang x - Activering dynamische modus (1 bit - 1.003 DPT_Enable)
Als de interface de dynamische modus verlaat (einde van de duur of einde van de dynamische modus) gaat het
product terug naar de vorige werkingsmodus.
3.2.1.5 Overspanning - Onderspanning
De meter die gekoppeld is aan de interface die de spanningsmetingen uitvoert kan volgens een gedefinieerde
drempel een overspanning of onderspanningalarm detecteren.
Spanningswaarde
Overspanningsdrempel
Hysteresis
Hysteresis
Onderspanningsdrempel
Overspanningsalarm
Onderspanningsalarm
1
geen alarm.
2
Het onderspanningsalarm is alleen actief als de spanning onder de
onderspanningsdrempel komt.
3
Het overspanningsalarm is alleen actief als de spanning boven de overspanningsdrempel
komt.
Instelling
Overspanningsdrempel Deze parameter definieert de zenddrempel voor het
Instelling
Onderspanningsdrempel Deze parameter definieer de zenddrempel voor het
* Standaardwaarde
TXF121
1
2
Beschrijving
overspanningsalarm.
Beschrijving
onderspanningsalarm.
1
3
184...276*
(V)
184*...276
(V)
24
t
t
t
1
Waarde
Waarde
6LE007221A