Codering
De zender en ontvanger zijn reeds in de fabriek
op elkaar afgestemd.
Vóór elke nieuwe codering moet de oude wor-
den gewist !
Test van kanaal 1/kanaal 2 (bijv. ruimte 1/2)
Op de thermostaat CODERING selecteren en
met OK bevestigen (de LED van kanaal 1/2
en de niveauweergave gaan kort branden).
Indien de ontvanger niet gecodeerd is ...
Coderen van kanaal C1 (bijv. ruimte 1)
Toets C1 op REC 1/REC 2 (REC 11)
ca. 5 s indrukken.
De LED van C1 knippert gedurende ca. 10 s.
Binnen deze tijd moet de codering op de
thermostaat worden uitgevoerd (zie pag.
36). De niveauweergave op de ontvanger
gaat kort branden.
Coderen van kanaal C2 (bijv. ruimte 2)
T oets C2 op REC 2 gedurende ca. 5 s in-
drukken.
De LED van C2 knippert gedurende ca. 10 s.
Binnen deze tijd moet de codering op de
thermostaat worden uitgevoerd
(zie pag. 36).
Codering wissen
T oets C1 op REC 1/REC 2 (REC 11) ge-
durende ca. 10 s indrukken. De LED van C1
gaat branden en gaat na 3 s uit.
P rocedure voor C2 op REC 2 analoog
uitvoeren.
NL
11