WP-4511/4515/4521/4525/4530/4531/4535/4540/4545/4590/4595
❏ Zorg ervoor dat het papier met de afdrukzijde naar beneden in de papiercassette wordt geplaatst.
❏ Start het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren en reinig vervolgens de printkoppen waarmee een
probleem is.
"De spuitkanaaltjes in de printkop controleren" op pagina 139
&
❏ Voer het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen) uit.
"De printkop uitlijnen" op pagina 143
&
❏ Voor Windows schakelt u het selectievakje High Speed (Hoge snelheid) uit in het venster More Options (Meer
opties) van de printerdriver. Zie de online-Help voor meer informatie.
Voor Mac OS X 10.5 of hoger: selecteer Off (Uit) in High Speed Printing (Afdrukken met hoge snelheid). Om
High Speed Printing (Afdrukken met hoge snelheid) weer te geven, klikt u door de volgende menu's: System
Preferences (Systeemvoorkeuren), Print & Fax (Afdrukken & faxen), uw printer (in het lijstvak Printers),
Options & Supplies (Opties & Supplies), en vervolgens op Driver.
Voor Mac OS X 10.4: vink het selectievakje van de instelling High Speed Printing (Afdrukken met hoge
snelheid) af bij Extension Settings (Geavanceerde instellingen) in het dialoogvenster Print (Afdrukken) van de
printerdriver.
❏ Zorg ervoor dat de papiersoort die is geselecteerd in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat zich in
de papiertoevoer van de printer bevindt.
"Het juiste papiertype selecteren " op pagina 41
&
Onjuiste of ontbrekende kleuren
❏ Voor Windows schakelt u de instelling Grayscale (Grijswaarden) uit op het venster Main (Hoofdgroep) van de
printerdriver.
Voor Mac OS X: zet de instelling Grayscale (Grijswaarden) uit in Print Settings (Printerinstellingen) in het
dialoogvenster Print (Afdrukken) van de printerdriver.
Zie de online-Help van de printerdriver voor meer informatie.
❏ Pas de kleurinstellingen aan in de gebruikte toepassing of in de printerdriver.
Voor Windows: controleer het venster More Options (Meer opties).
Voor Mac OS X: controleer het dialoogvenster Color Options (Kleurenopties) in het dialoogvenster Print
(Afdrukken).
Zie de online-Help van de printerdriver voor meer informatie.
❏ Start het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren en reinig vervolgens de printkoppen waarmee een
probleem is.
"De spuitkanaaltjes in de printkop controleren" op pagina 139
&
❏ Controleer de cartridgestatus met EPSON Status Monitor 3 (Windows) of EPSON Status Monitor (Mac OS X).
"De cartridgestatus controleren" op pagina 131
&
Als wordt aangegeven dat de inkt (bijna) op is, moet u de desbetreffende cartridge vervangen.
"Een cartridge vervangen" op pagina 135
&
❏ Als u net een cartridge hebt vervangen, controleer dan of de datum op de verpakking nog niet is verstreken. Het is
raadzaam de cartridges ook te vervangen als de printer lange tijd niet is gebruikt.
"Een cartridge vervangen" op pagina 135
&
Probleemoplossing voor afdrukken
169
Gebruikershandleiding