Gebruikershandleiding
6. Controleer het afgedrukte patroon goed en voer vervolgens een van de onderstaande opties uit, afhankelijk
van de afdrukresultaten.
❏ A:
Alle lijnen worden afgedrukt. Er zijn geen aanvullende stappen benodigd.
❏ B of gelijkend op B: reinig de printkop.
Reinig de printkop als enkele spuitkanaaltjes verstopt zijn. Zie de onderstaande gerelateerde informatie
voor meer details.
❏ C of gelijkend op C: voer extra sterke reiniging uit op de printkop.
Voer printkopreiniging uit als de meeste lijnen onderbroken zijn of ontbreken. Zie de onderstaande
gerelateerde informatie voor meer details.
Gerelateerde informatie
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 20
&
"De printkop reinigen (Printkop reinigen)" op pagina 83
&
"De printkop krachtig reinigen (Krachtige reiniging)" op pagina 85
&
De printkop reinigen (Printkop reinigen)
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Wanneer
de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt
zitten. Als de spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop.
De printer onderhouden
83