NL
4. BEELDSCHERM EN MENU
6
3.2. ZELFTEST
ATTENTIE:
Het toestel is ontworpen voor continu gebruik!
LET OP:
Zodra de eenheid op het elektriciteitsnet is aangesloten, wordt een zelftest gestart waarbij alle veiligheidsre-
levante onderdelen worden gecontroleerd. Indien er een defect is, schakelt de eenheid niet in. Er verschijnt
een foutmelding F7, afgewisseld met het desbetre ende defecte veiligheidselement F1-F4.
4.1. BEDIENINGSDISPLAY
Display met foutmelding
Bedieningselement met
pijltjestoetsen en OK-toets
IN GEVAL VAN EEN DEFECT:
Maatregelen zie 6. storingen
1
O
OK
4
ok
ok
OK
2
OK
ok
ok
5
OK
3
6