128
• U kunt een film die tijdelijk is bewerkt, bekijken door de knop
(Afspelen) te selecteren en op de knop FUNC./SET te drukken.
• Herhaal stap 2 om verder te gaan met bewerken.
• Als u
en keert u terug naar het filmbedieningspaneel.
3
Selecteer [opslaan].
1. Gebruik de knop
2. Druk op de knop
4
Sla het bestand op.
1. Gebruik de knop
[Nieuw bestand] of [Overschrijven]
te selecteren.
2. Druk op de knop
• Met [Nieuw bestand] slaat u de
bewerkte film op met een nieuwe bestandsnaam.
De gegevens van vóór de wijziging blijven bewaard.
Als u op de knop FUNC./SET drukt terwijl u een film opslaat,
wordt het opslaan geannuleerd.
• Met [Overschrijven] wordt de bewerkte film met de
oorspronkelijke naam opgeslagen. De gegevens van vóór
de wijziging gaan verloren.
• Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart,
kunt u alleen [Overschrijven] selecteren.
Afhankelijk van de bestandsgrootte van de film kan het even
duren voordat een bewerkte film is opgeslagen. Als de batterij
halverwege leeg raakt, kunt u de bewerkte film niet opslaan.
Het is dan ook aan te raden tijdens het bewerken van films
een volledig opgeladen batterij of de afzonderlijk verkrijgbare
voedingsadapterset ACK-DC10 te gebruiken
(uit) selecteert, worden de bewerkingen geannuleerd
of
.
,
,
.
om [
] te selecteren.
of
om
(p.
205).