XL5000nl.book Page 14 Thursday, November 20, 2003 10:16 AM
UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ———————————————————————————————————————————————
Steeklengteknop
Al naar gelang de geselecteerde steek kunt u de
steeklengte aanpassen, zodat u het beste resultaat
krijgt. De cijfers op de steeklengteknop geven de
steeklengte in millimeters (mm) (1/25") weer.
HOE HOGER DE WAARDE, DES TE LANGER DE STEEK.
Met de instelling "0" wordt het materiaal niet ingevoerd.
Deze instelling gebruikt u voor het naaien van knopen.
Het bereik " " is voor satijnsteken (fijne zigzagsteek),
waarmee u knoopsgaten en decoratieve steken kunt
maken. Welke stand nodig is voor de satijnsteek hangt
af van het materiaal en de draad die u gebruikt. U kunt
de exacte stand van de knop bepalen door eerst de
steek- en lengte-instelingen te testen op een proeflapje.
Dan ziet u hoe het materiaal wordt ingevoerd.
1 Steeklengteknop
2 Langer
3 Korter
VOORZICHTIG
G
Als de steken te dicht opeen zitten, maakt u
de steeklengte langer en gaat u verder met
naaien. Naai niet verder als de steken te dicht
opeen zitten. Anders breekt de naald en dit
kan letsel veroorzaken.
Stretchsteken
I Een stretchsteek selecteren
Wanneer u de steeklengteknop instelt op "
verandert u het geselecteerde patroon in een
stretchsteek.
I De stretchsteken aanpassen
De machine is in de fabriek zo aangepast dat u
stretchsteken kunt naaien wanneer de steeklengteknop
is afgesteld op "
" (standaardstand).
SS
Als u andere soorten stof of draad gebruikt of als het
patroon niet de juiste vorm heeft, draait u de knop naar
"+" of "-" om de steek aan te passen.
14
1
2
3
1
"
SS
–
SS
+
•
•
•
•
4
3
1 Zo maakt u fijne steken
2 Standaardstand
3 Zo maakt u grove steken
Opmerking
G U kunt de knop niet verder draaien dan "· · · ·
+
-". Draai de steeklengteknop niet met
SS
kracht uit het toegestane bereik.
.
Achteruitnaaihendel
Met achteruit naaien kunt u afhechten en naden
verstevigen.
Als u achteruit wilt naaien, duwt u de achteruitnaaihendel
zo ver mogelijk in en u houdt de achteruitnaaihendel
ingedrukt terwijl u het voetpedaal licht intrapt. Wilt u weer
vooruit naaien, dan laat u de achteruitnaaihendel los. De
machine naait dan weer vooruit.
Boventransporteurhendel (als de machine is
uitgerust met een boventransporteurhendel)
Met de boventransporteurhendel zet u de transporteurs
omhoog of omlaag, naar gelang het naaiwerk dat u
doet. Als u monogrammen naait, borduurt, stopt of
knopen aannaait, moet u de transporteurs omlaag
zetten zodat het materiaal niet wordt doorgevoerd.
1 Boventransporteurhendel
2 Omhoog: transporteurs omlaag.
3 Omlaag: transporteurs omhoog.
1
2
3
1
2
3