6 - Om te beginnen
Onderhoud en tips voor het gebruik van de
computer
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen op een van de volgende manieren:
• Gebruik het afsluitcommando van Windows: Druk op de Windows-
toets of selecteer de Startknop van Windows, kies [Power]
(Energie) > [Shut down] (Uitschakelen).
• Klik met de rechtermuisknop op de Startknop van Windows > [Shut
down or sign out] (Afsluiten of afmelden) > [Shut down]
(Uitschakelen).
Wanneer u de computer een moment wilt uitschakelen maar niet
helemaal wilt afsluiten, kunt u deze als volgt in de Slaapstand zetten:
• Druk op de aan/uitknop.
• Druk op de slaapsneltoets <zie het onderdeel 'toetsenbord'>.
• Druk op de Windows-toets of selecteer de Startknop van Windows,
kies [Power] (Energie) > [Sleep] (Slaapstand).
• Klik met de rechtermuisknop op de Startknop van Windows >
[Shut down or sign out] (Afsluiten of afmelden) > [Sleep]
(Slaapstand).
Opmerking
Als u de computer niet op de normale wijze kunt uitschakelen, houd dan de
aan/uit knop langer dan vier seconden ingedrukt om de computer uit te
schakelen. Als u de computer hebt uitgeschakeld en meteen weer wilt
inschakelen, moet u minstens twee seconden wachten voordat u de
computer weer inschakelt.
De computer met zorg behandelen
Uw computer zal u jarenlang uitstekende diensten bewijzen, mits u
deze met zorg behandelt.
• Stel de computer niet bloot aan direct zonlicht. Plaats de computer
niet in de buurt van een warmtebron, zoals een radiator.
• Stel de computer niet bloot aan temperaturen onder 0°C (32°F) of
boven 50°C (122°F).