1.5
DOVEN VAN HET VUUR
•
Draai de thermostaatknop naar de ontstekingspositie " ".
•
Plaats de schuifknop in de stand " ".
De brander is nu geheel gedoofd.
Als men de thermostaatknop terug draait naar stand "1" zal de brander blijven
branden indien de temperatuur van het vertrek beneden de 13°C blijft.
1.6
DOVEN VAN DE WAAKVLAM
•
De waakvlam dooft men door de thermostaatknop in de " " stand te zetten.
•
Wordt het toestel langere tijd niet gebruikt, dan is het aan te bevelen om de
gasafsluitkraan in de toevoerleiding dicht te draaien.
Belangrijk:
Wanneer door welke oorzaak dan ook de waakvlam dooft,
5 minuten wachten alvorens de waakvlam opnieuw aan te
steken.
•
Indien het toestel zich regelmatig uitschakelt, dient u kontakt met uw
installateur op te nemen.
1.7
BEDIENING : AFSTANDSBEDIENING
1.7.1 Algemeen
Met bedieningsknop A wordt de waakvlam en brander "AAN " of "UIT"
geschakeld.
De vlamhoogte van de brander wordt geregeld met bedieningsknop B. Men kiest
de gewenste stand en de brander blijft continu in deze stand branden, totdat
deze stand veranderd wordt.
Bedieningsknop B kan op meerdere manieren bediend worden:
1. Manueel, door de knop met de hand in de gewenste stand te draaien.
2. Met de draadloze afstandsbediening, waarbij de gewenste stand van de knop
en daarmee de vlamhoogte via een elektrische aandrijving wordt ingesteld.
8
UNICA 100
UNICA 70
UNICA 65
UNICA 52
UNICA 50