Bediening -
gecombineerde master-slavewerking
Algemene voorwaarden voor gecombineerde master-slavewerking
• elke BrainCube moet dezelfde softwareversie hebben
• de opstart moet door IMI Hydronic Engineering gebeuren
Achtergrond en noodzaak voor gecombineerde master-slavewerking
Er is altijd een gecombineerde master-slavewerking nodig als er meer dan één drukbehoudsysteem moet worden
toegepast in een installatie of meerdere installaties die gedeeltelijk of permanent hydraulisch met elkaar verbonden zijn.
In deze gevallen moeten de drukbehoudapparaten met elkaar communiceren om de druk van de installatie en het niveau
van de vaten onder controle te houden.
Redenen waarom er meerdere drukregelingen nodig zijn:
• Verhoging van de bedrijfszekerheid
• Beter deellastgedrag door de belasting te verdelen over meerdere drukbehoudapparaten
• Onvoldoende ruimte,
• Collectieve verwarmings-/koelsystemen (changeoversystemen met gemeenschappelijke verbruikers)
• Samenvoeging van bestaande installaties tot een compleet systeem
• Tijdelijke autonome werking van subzones van een hydraulisch netwerk (lokaal verwarmingsnet met secundaire
wijkontkoppeling)
Master-slavewerkingsmodi
Volgende werkingsmodi zijn mogelijk:
• MS-PC = Master-slavewerking drukregeling (PC = drukregeling)
Meerdere drukregeleenheden die parallel in cascade-modus werken.
• MS-PCR = Master-slavewerking drukregeling in overmaat (PCR = drukregeling in overmaat)
Meerdere drukregeleenheden die parallel werken, met minstens een daarvan geheel in overmaat.
• MS-LC = Master-slavewerking niveauregeling (LC = niveauregeling)
Twee of meer drukbehoudapparaten in dezelfde installatie maar op verschillende plaatsen.
• MS-IO = Master-slavewerking, gescheiden werking (IO = gescheiden werking)
Twee of meer van elkaar onafhankelijke drukregeleenheden in afzonderlijke installaties die met elkaar verbonden kunnen
worden.
De master-slavewerkingsmodi kunnen onderling worden gecombineerd.
Principe en toepassingsbeperkingen
• De masterunit leidt. De slave-units volgen voornamelijk de signalen van de master.
• Master en slave-units zijn georganiseerd binnen systemen en groepen. Systemen zijn hydraulische circuits met
een eigen circulatie. Systemen kunnen hydraulisch worden gescheiden of verbonden via afsluiters (MS-SCV
aansluitventielen, SCV = aansluitventiel systeem). In elk systeem is er minstens één masterapparaat. In totaal kunnen
tot 12 TecBoxen in 6 systemen worden gestuurd met de gecombineerde Master-slavewerking van IMI-Pneumatex.
Volgende systemen en groepen zijn mogelijk:
• Mastersysteem MS, slavesystemen SS1, SS2, SS3, SS4, SS5.
• Mastergroep MG
• Standalone master GO, standalone slave G0
• In groepen volgen de slave-units altijd de master met dezelfde functie, bijv. met drukregeling PC.
• Verschillende TecBox-families en -types kunnen worden gestuurd met een gemeenschappelijke gecombineerde
MS-werking. Bijvoorbeeld: Transfero TV.2, Compresso, C10.2 Compresso C10.1, Transfero TV.1, ...
• Als de betreffende master uitvalt door de volgende foutmeldingen (M16, M17, M18, M18 + M19, M30, M37, stand-by,
communicatiestoring RS485 of stroomonderbreking), neemt een slave-unit de masterfunctie over of kan deze afwijzen
en zonder druk- of niveauregeling wachten tot de betreffende master zijn rol als master heeft hersteld.
• De signalen minimumdruk M01 en maximumdruk M02 worden enkel door de masterunit gegenereerd
nl
17
17