2 Aansluiten ruimtethermostaat
2.1 Aansluiten op Brink Climate Master BQLS
Zie voor het aansluiten op de Brink Climate Master BQLS het onderstaande aansluitschema.
(Doorverbinding tussen aansluiting "R" en "Rc" in deze situatie laten zitten{= schuifje omhoog}).
Voor plaatsing en instellen van de thermostaat zie de bij de thermostaat bijgeleverde instructie en het bij het
Brink Climate Master meegeleverde installatievoorschrift.
Standaard 5-draads aansluiting op de Climate Master BQLS 4-zones; met MIT 7-draads.
Standaard 3-draads aansluiting op de Climate Master BQLS 2-zones; met MIT 5-draads.
MIT (Minimale Inblaas Temperatuur) is ingeschakeld wanneer comfortschakelaar (MIT-schakelaar functie) op
stand "1" staat.
De bij de thermostaat meegeleverde grondplaat met schakelaar dient onder de thermostaat te worden
gemonteerd indien men gebruik wil maken van de MIT functie (Minimale Inblaastemperatuur Regeling).
Thermostaat
(aansluiting UWP)
R
W
C
Kroonstrip D
Kroonstrip D
Y
G
A = Comfortschakelaar MIT
B = Aansluitplaat bedrading thermostaat UWP
C = Grondplaat met schakelaar (los meegeleverd bij thermostaat)
D = Kroonstrip verbonden met MIT schakelaar
E = Door installateur aan te sluiten bedrading
F = Aansluitingen in schakelkast BQLS
Kabel
BQLS
Opmerking
nr.
aansluiting
1
L - 24 V.
Bij warmtevraag worden de contacten R en W op de
thermostaat gemaakt.
2
W
Permanente voeding thermostaat; batterijen in thermostaat
5
N - 24 V.
dienen als back-up
MIT-contacten zijn niet polariteit gebonden.
6
MIT
Aansluiten op kroonstrip welke verbonden is met de
7
MIT
schakelaar in grondplaat
Y
3
Bij koelvraag wordt contact R en Y gemaakt.
(4-zone)
G
Bij schakelen van de ventilator worden de contacten R en G
4
(4-zone)
op de thermostaat gemaakt.
Ruimtethermostaat T6 Pro 611088-B
Brink / 5