g)
De thermostaat zal na 5 seconden terugkeren in de
bedrijfsstatus en de instellingen zijn zichtbaar op het
scherm.
Het koelingssymbool zal knipperen.
h)
Stel de gewenste temperatuur in de DAGSTAND.
Zorg er voor dat het verschil tussen de gewenste
temperatuur en de huidige ruimtetemperatuur niet groter
is dan 5 °C.
i)
Wanneer de warmtepomp wordt ingeschakeld om te
koelen zal het koelingssymbool permanent branden.
Opmerking
De koelfunctie werkt het meest efficiënt als de
thermostaat op één en dezelfde temperatuurstand is
ingesteld. Laat de thermostaat daarom tijdens koelen
in de
DAGSTAND
staan.
51