4.1.4
Eisen aan de elektrische installatie
De eisen zijn:
Zorg voor een stabiele voedingsbron.
Zorg voor (voldoende) extra wandcontactdozen, voor bediening en onderhoud,
rond de installatie.
Zorg dat de apparatuur en het elektriciteitsnetwerk geaard zijn.
4.2
Stappenplan installatie en inbedrijfstelling
Onderstaand overzicht toont een stappenplan. Dit stappenplan kunt u hanteren bij het
installeren en in gebruik nemen van de NoNa
Nr.
Stap
Installatie
1
Waterzijdige installatie
Controleer of de aan- en afvoerleidingen
juist zijn aangesloten op de volgende
aansluitpunten:
2
Elektrische installatie
3
Sluit de zuurdosering aan.
4
Indien van toepassing: sluit extra
sensoren, ringenfilter, I/O modules en
CloudBoX aan.
Inbedrijfstelling
5
Gebruik de laatste softwareversie van de
HortiMaX-Go!.
6
Controleer de software configuratie.
7
Controleer de software-instellingen.
8
Kalibreer de EC-sensoren.
9
Breng de NoNa
10
Test de NoNa
zetten.
34
Inlaat drainwater;
Uitlaat drainwater;
Aansluitpunt verswaterleiding;
Uitlaat afvalwater.
Sluit voedingsspanning en
netwerkkabel aan.
+
op druk.
+
door deze kort aan te
+
NoNa
+
.
Zie hiervoor paragraaf
"Aansluiten water (waterzijdige
installatie)" op de
tegenoverliggende pagina.
"Aansluiten elektrische
installatie" op pagina 36.
"Aansluiten zuurdosering" op
pagina 36.
"Installatie van overige
onderdelen" op pagina 37.
"Software update" op pagina 39.
"Software configuratie" op pagina
40.
"Software-instellingen" op pagina
43.
"Sensoren kalibreren" op pagina
46.
"De NoNa+ op druk brengen" op
pagina 47.
"De NoNa+ testen" op pagina 48.