koelmiddel veilig verspreiden en dit bij voorkeur naar de atmosfeer afvoeren.
1.8 Controle van de koelapparatuur
Als er elektrische componenten worden vervangen, moeten die geschikt zijn voor het
gebruiksdoel en de correcte specificaties hebben. De onderhouds- en servicerichtlijnen van de
fabrikant moeten altijd worden nageleefd. Neem bij twijfel contact op met de technische afdeling
van de fabrikant. Bij installaties met ontvlambare koelmiddelen moeten de volgende controles
worden uitgevoerd: is de omvang van de vulling in overeenstemming met de omvang van de
ruimte waarin de koelmiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd; werken de ventilator en de
uitlaten correct en zijn ze niet geblokkeerd; als er een indirect koelsysteem wordt toegepast, is er
dan koelmiddel aanwezig in het secundaire circuit; blijven de markeringen op de apparatuur
zichtbaar en leesbaar. Markeringen en aanduidingen die onleesbaar zijn, moeten worden
hersteld; koelleidingen of -componenten worden gewoonlijk geïnstalleerd op plekken waar het
risico op blootstelling aan corroderende substanties laag is; zo niet, dan moeten de componenten
uit materialen zijn vervaardigd die inherent corrosiebestendig zijn of afdoende tegen corrosie
worden beschermd.
1.9 Controle van de elektrische apparaten
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten moeten altijd beginnen met
veiligheidscontroles en inspectie van componenten. Als er gebreken zijn die de veiligheid in
gevaar kunnen brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten tot
de gebreken afdoende zijn verholpen. Als het gebrek niet direct verholpen kan worden terwijl het
apparaat moet functioneren, moet een adequate tijdelijke oplossing worden toegepast. Dit moet
aan de eigenaar van de apparatuur worden gemeld, zodat ook deze op de hoogte is.
De initiële veiligheidscontroles moeten omvatten: of de condensators zijn geleegd: dit moet veilig
gebeuren om vonkvorming te vermijden; of er geen onder spanning staande elektrische
componenten en bedrading blootliggen tijdens het vullen, ledigen of spoelen van het systeem; of
het systeem continu geaard is.
2 REPARATIES AAN LUCHTDICHTE COMPONENTEN
2.1 Voorafgaand aan het verwijderen van luchtdichte afdekkingen etc. moeten bij reparaties aan
luchtdichte componenten alle elektrische voedingen worden losgekoppeld van de apparatuur
waaraan wordt gewerkt. Als het absoluut noodzakelijk is dat de apparatuur tijdens het
onderhoud van stroom wordt voorzien, moet een permanent werkende vorm van lekdetectie
worden geplaatst op het meest kritieke punt, zodat er wordt gewaarschuwd voor een mogelijk
gevaarlijke situatie.
2.2 Let vooral op het onderstaande om ervoor te zorgen dat bij werkzaamheden aan elektrische
componenten de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd, dat het beschermingsniveau wordt
aangetast.
Dit omvat schade aan kabels, een buitensporig aantal aansluitingen, aansluitpunten die niet
voldoen aan de originele specificaties, schade aan afdichtingen, onjuiste plaatsing van
pakkingen, etc. Zorg dat het apparaat stevig is bevestigd. Zorg ervoor dat afdichtingen of
afdichtingsmaterialen niet zodanig zijn verslechterd dat zij ongeschikt zijn geworden om het
binnendringen in ontvlambare atmosfeer te verhinderen. Reserveonderdelen moeten voldoen
aan de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING: het gebruik van siliconenafdichtingen kan de effectiviteit van bepaalde soorten
lekdetectieapparatuur beperken. Intrinsiek veilige componenten hoeven niet te worden
geïsoleerd voordat u eraan gaat werken.
8