2. Inschakelen van de camera
Schuif de inschakelknop op positie „On" (aan). Druk op „Setup", (instellingen) om het Setup-
menu te beëindigen, als u geen instellingen moet aanpassen. Vervolgens verschijnt niets
meer op het scherm en de camera bevind zich in de rustmodus. Als de PIR-sensor
geactiveerd wordt, begint de camera met de foto-opnames nadat de vertragingstijd (zoals
ingesteld) afgelopen is.
3. PIR en belichtingsschakelaar instellen
Met de PIR-schuifschakelaar kunt u de gevoeligheid van de passieve infraroodsensor (PIR)
op warmte verhogen of verlagen. Hiertoe zijn er 3 instellingen H (hoog), M (gemiddeld) en L
(laag). Als u de camera op hete zomerdagen voor het opnemen van wild opstelt, kan de
sensor eventueel het temperatuurverschil tussen dier en omgeving moeilijk inschatten Dit
kan verholpen worden door het instellen van de gevoeligheid op "H", omdat de sensor nu
gevoeliger is voor kleinere temperatuurverschillen. Andersom geldt hetzelfde. Als u de
schakelaar op "L" (laag) zet, kan dit een foutief of te vaak reageren voorkomen bij koude
omgevingstemperaturen in de winter. Uiteindelijk is "M" (gemiddeld) een goede instelling
voor moderate instelling in de herfst en voorjaar.
Met behulp van de schuifschakelaar voor de belichting wordt de belichtingstijd van de
camera op een instelling tussen „S" (langzaam) en „F" (snel) vastgelegd. Dit geld alleen voor
foto's en niet voor video's. Met deze instelling kunt u een compensatie tussen beweging
(geen beweging of onduidelijk) en belichting (donkerder of lichter) aanpassen.
Als uw dierfoto's door de beweging te onduidelijk zijn, gebruikt u de instelling voor een
kortere belichting. Als de foto's te donker zijn, gebruikt u een instelling met lange belichting.
Stel de schakelaar bij normale omstandigheden eerst op "N" (normaal).
4. Testen van het detectiegebied
Een van de nuttigste functie van de X-8 camera is de mogelijkheid om het detectiegebied te
testen.
• Open na het monteren van de camera de behuizing vooraan en schuif de inschakelknop op
„On". Druk, indien nodig op de Setup-toets, om het setup-menu op te roepen.
• De PIR-indicatie onder de lens gaat knipperen als u in het detectiegebied van de camera
de bewegingssensor activeert.
• Pas de camerapositie eventueel aan en herhaal de test totdat het gewenste detectiegebied
bereikt is.
• Als u de testmodus wilt verlaten, drukt u opnieuw op de Setup-toets. De camera gaat in de
stroomspaarmodus totdat de PIR-sensor het eerste foto of de eerste video-opname activeert.
• De maximale PIR-sensorbereik bedraagt ca. 15 m.
14