4 Over de units en opties
4
Over de units en opties
4.1
Overzicht: Over de units en opties
Dit hoofdstuk bevat informatie over:
▪ Buiten- en binnenunits combineren
▪ De binnenunit combineren met opties
4.2
Systeemlay-out
d
f
g
e
a
c
a
Binnenunit
b
Buitenunit
c
Gebruikersinterface
d
Aangezogen lucht
e
Uitgeblazen lucht
f
Koelmiddelleiding + verbindingskabel
g
Afvoerleiding
h
Aardingsbedrading
4.3
Units en opties combineren
4.3.1
Mogelijke opties voor de binnenunit
Controleer of de volgende verplichte opties aanwezig zijn:
▪ Gebruikersinterface: Bedraad of draadloos
▪ Luchtinlaatpaneel en canvasaansluiting voor het luchtinlaatpaneel
(in het geval van onderaanzuiging).
5
Voorbereiding
5.1
Overzicht: Voorbereiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over:
▪ Installatieplaats voorbereiden
▪ Koelmiddelleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden
5.2
Installatieplaats voorbereiden
▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit naar
binnen en buiten te dragen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
b
h
WAARSCHUWING
Installeer de airconditioner NIET op een plaats waar een
lek van ontvlambaar gas mogelijk is. Als het gas weglekt
en rond de airconditioner blijft hangen, kan brand ontstaan.
5.2.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees tevens de volgende vereisten:
▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
▪ Vereisten
voor
hoogteverschil). Zie ook verder in dit hoofdstuk over de
voorbereiding.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan
elektronische
ruis
radiofrequentie-energie.
specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden
tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een
specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan
echter niet worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische
draden op een gepaste afstand van stereotoestellen, pc's,
enz. te installeren.
▪ Fluorescentielampen. Let op de volgende punten voor de
installatie van een draadloze gebruikersinterface in een kamer
met fluorescentielampen:
▪ Installeer de draadloze gebruikersinterface zo dicht mogelijk bij
de binnenunit.
▪ Installeer
de
binnenunit
fluorescerentielampen.
▪ Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade
kan veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het
lawaai ervan NIEMAND stoort.
WAARSCHUWING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de
binnenunit en/of buitenunit. Anders kunnen condensatie op
de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil op het
luchtfilter of een verstopte afvoer druppelend water
veroorzaken, waardoor voorwerpen onder de unit kunnen
vuil worden of schade oplopen.
▪ Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd
wordt.
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Plafondisolatie. Wanneer de temperatuur in het plafond hoger is
dan 30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80%
heerst, of wanneer er verse lucht in het plafond wordt geleid, is er
extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte van
minstens 10 mm).
▪ Beveiligingsroosters. Installeer beveiligingsroosters op de
aanzuig-
en
uitblaaszijde
ventilatorschoepen of de warmtewisselaar kunnen worden
aangeraakt.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
FBA35~140A2VEB9 + FBA35~71A2VEB9 + ADEA35~125A2VEB
de
koelmiddelleidingen
(lengte,
veroorzaken
afkomstig
De
apparatuur
voldoet
zo
ver
mogelijk
van
om
te
voorkomen
dat
Split-systeem airconditioners
4P550955-2A – 2019.08
van
aan
de
de