Branddrukknoppen
De branddrukknop bevat de volgende elementen:
•
Breekbaar glazen venster en rode knop die door druk wordt geactiveerd - daardoor
gaat de centrale in de alarmstatus en wordt de motoruitgang geactiveerd (voor
normaal bedrijf en testen kan het deksel met een sleutel worden geopend).
•
RESETKNOP om de alarmstatus van de centrale op te heffen en de sluitprocedure
te starten, die ongeveer 180 seconden duurt. Met RESET worden geen fouten in
het systeem verholpen zoals lijnfouten e.d. Deze moeten opgespoord en verholpen
worden. Wanneer een melder na de reset nog geactiveerd is, neemt de centrale
onmiddellijk de alarmstatus weer aan.
•
RODE LED geeft aan dat de centrale in ALARM-status verkeert en dat de
motoruitgang geactiveerd is.
•
GELE LED geeft systeemfouten aan - neem contact op met een
onderhoudstechnicus.
•
GROENE LED geeft aan dat het systeem in normale bedrijfsstatus verkeert,
zonder fouten
De Master centrale heeft een ingebouwde prioritaire branddrukknop.
Extra externe branddrukknoppen worden aangesloten zoals op de tekening.
Wanneer de centrale volledig wordt belast (8A), kunnen er max. 8 externe branddruk-
knoppen worden aangesloten. Wanneer er geen belasting is (Master), kunnen er max.
10 branddrukknoppen worden aangesloten.
Om een correcte lijnbewaking te verkrijgen, moet de installatie met branddrukknop-
pen worden afgesloten met een weerstand (10kΩ - 27kΩ) in de laatste melder - dat
kan gedaan worden door de in de fabriek aangebrachte weerstand te verplaatsen van
de klemmenstrook naar de laatste branddrukknop of door jumper J1 in de branddruk-
knop aan te sluiten (zo wordt ook een weerstand van 10kΩ aangesloten).
Met behulp van DIP-schakelaars kunnen op de centrale verschillende instellingen
voor de ingang naar de branddrukknop worden gerealiseerd:
DIP 1 (Con.Fire.Sw):
Aan = ALARMstatus van 500-3kΩ, (indicatie van lijnfout door directe kortsluiting
of onderbreking).
Uit = ALARMstatus van 0-3kΩ, (indicatie van lijnfout door onderbreking).
DIP 2 (Fail Safe):
Aan = Elke lijnfout in branddrukknop of rookmelder brengt de centrale in ALARM-
status. Deze functie kan worden gebruikt als de kabels naar de branddrukknoppen
en rookmelders niet brandwerend zijn.
Uit = Een foutstatus leidt niet tot een ALARMstatus.
Klemmen BVT
1. groene LED OK (brandt wanneer OK en tijdens het sluiten)
2. gele LED (brandt bij fout)
3. rode LED alarm (openen in geval van nood)
4. aarde (-)
5. niet in gebruik
6. reset branddrukknop
7. branddrukknop, openen bij nood
Jumper J1 mag alleen in de laatste of enige
branddrukknop geplaatst worden.
12/32
N_MH_Montagehandleiding_Skycom_Master_Slave
ON
OFF
DIP NO
1
10
11 12
3
2
4
1
2,2 k
10 K
Manual control point.
Break glass (BVT) No. 1
3
4
2
1
2
3
4
1
2,2 k
10 K
Last manual control
point
Break glass (BVT)
Fit Jumper J1 for line
monitoring
FIRESWITCH
1
24V
LED
OK
Groen
2
24V
LED
Geel
3
Buzzer
doorswitch
LED
Alarm
24V
4
Rood
GND
6
Reset
Reset
2,2k Ω
7
Alarm
10k Ω
Jumper
J1
2
13
14
15
6
7
J1
6
7
6
7
J1
SKYCOM CE
13
11
14
10
12
15
01/02/2021