Apparaatinformatie weergeven
1. Het schakelvlak Settings (14) aanraken.
ð Het menu wordt weergegeven.
2. De keuze Device Info aanraken.
ð De apparaatinformatie wordt weergegeven.
3. De terug-toets (23) aanraken, om de apparaatinformatie te
verlaten.
Uitgebreide instellingen uitvoeren
1. Het schakelvlak Parameters (19) aanraken
ð De menubalk voor de parameters wordt weergegeven.
30
31
10
32
2. Het gewenste schakelvlak aanraken, om in het betreffende
menu te komen:
ð Nr. (30) voor oproepen van het menu Parameters.
ð Nr. (31) voor oproepen van het menu Kleurinstellingen
ð Nr. (32) voor oproepen van het menu Foto-instellingen
3. De terug-toets (23) aanraken, om de menubalk te sluiten.
Menu Parameters
In dit menu kunnen algemene parameters worden ingesteld,
bijv. de omgevingstemperatuur of de emissiegraad.
1. De parameters aanraken die moet worden gewijzigd.
ð Een submenu met de instelmogelijkheden voor de
gekozen parameter wordt weergegeven. In het
voorbeeld wordt het submenu voor de
omgevingstemperatuur weergegeven.
ð De volgende parameters kunnen worden gekozen:
Ambi. Temperature = omgevingstemperatuur instellen
Humidity = luchtvochtigheid instellen
Emissivity = emissiegraad instellen
Distance = afstand tot meetobject instellen
Refl. Temperature = gemiddelde waarde van de
gereflecteerde temperaturen van de warmtebronnen op
de achtergrond instellen, die invloed kunnen hebben op
het thermografisch op te nemen object.
Unit Settings = gebruikte eenheden instellen (metrisch,
Engels)
Temperature Level = meetbereik instellen
2. Kies de gewenste waarde voor de parameter.
3. Het schakelvlak Confirm aanraken, om de keuze te
bevestigen en op te slaan. Moet de wijziging niet worden
opgeslagen, het schakelvlak Cancel aanraken.
4. De terug-toets (23) aanraken, om het menu te verlaten of
kort tikken op een vrij gedeelte van het touch-display.
warmtebeeldcamera AC060V
NL