Vergrendelingen
In het menu 'Vergrendelingen' kunt u de volgende vergrendelingsfuncties inschakelen: SIM PIN-vergrendeling, Telefoonvergrendeling en PIM-
vergrendeling.
☛
Druk in het standby-scherm op de toetsen
SIM PIN-vergrendeling
Als de SIM PIN-vergrendeling is ingeschakeld, dan zijn de SIM-gegevens alleen toegankelijk wanneer de correcte PIN-code is ingevoerd. Om de SIM
PIN-vergrendeling in/uit te schakelen, gebruikt u de volgende procedure.
☛
Druk op 1 om het SIM PIN-vergrendelingsscherm weer te geven.
☛
Druk op 1 om de vergrendelingsfunctie in te schakelen of 2 om de vergrendelingsfunctie uit te schakelen.
☛
Toets uw PIN-code in en druk op Softkey 1.
Telefoonvergrendeling
Wanneer de telefoonvergrendeling actief is, dan kunt u alleen alarmnummers bellen en de beveiligingscode invoeren. Wanneer de
telefoonvergrendeling actief is, dan kan deze alleen worden gedeactiveerd door de correcte beveiligingscode in te voeren. Om de
telefoonvergrendeling te activeren/deactiveren, handelt u als volgt:
☛
Druk op 2 om het telefoonvergrendelingsscherm weer te geven. U wordt gevraagd om de beveiligingscode in te voeren.
☛
Toets de code in en druk op Softkey 1. Het bericht 'Telefoon vergrendeld' wordt nu weergegeven.
☛
Druk op Softkey 1 om een noodoproep te maken, of op Softkey 2 om de functie te ontgrendelen.
☛
Om de functie te ontgrendelen, wordt u gevraagd de beveiligingscode weer in te voeren en op Softkey 1 te drukken.
PIM-vergrendeling
Als de PIM-vergrendeling is ingeschakeld, dan moet u voor elke toepassing waarvoor toegang nodig is tot PIM-gegevens de beveiligingscode
invoeren. Om de PIM-vergrendeling in/uit te schakelen, gebruikt u de volgende procedure.
☛
Druk op 3 om het PIM-vergrendelingsscherm weer te geven.
☛
Druk op 1 om de vergrendelingsfunctie in te schakelen of op 2 om de vergrendelingsfunctie uit te schakelen. U wordt gevraagd de
beveiligingscode in te voeren.
☛
Toets de code in en druk op Softkey 1.
Kiesbeperking
Met deze functie kunt u de onderstaande gesprekssoorten die door uw telefoon worden verzonden of ontvangen, blokkeren.
•
Alle uitgaande (gebelde) gesprekken
•
Internationale uitgaande (gebelde) gesprekken
•
Internationale uitgaande (gebelde) gesprekken behalve privé
•
Alle inkomende (ontvangen) gesprekken
•
Inkomende (ontvangen) gesprekken vanuit het buitenland
☛
Druk in het standby-scherm op de toetsen
weergegeven.
☛
Druk op 1 om het scherm 'Instellingen wijzigen' weer te geven en gebruik de toetsen
soort beperking (zie hierboven) en de gesprekssoort te selecteren (Spraak, Data, FAX of SMS) en druk dan op
.
☛
Druk op Softkey 1 om de wijzigingen in de kiesbeperking op te slaan. Het scherm 'Instellingen wijzigen'
wordt nu weergegeven en u wordt gevraagd het wachtwoord voor de kiesbeperking in te voeren.
☛
Toets uw kiesbeperkingswachtwoord in om de gebruikersidentificatie in het netwerk te controleren.
30
1, 4 en 2 om het vergrendelingsscherm weer te geven.
MENU
1, 4 en 3. Het scherm 'Kiesbeperking' wordt nu
MENU
en
om het
O
U wordt gevraagd om de PIN-code in
te voeren na het opstartscherm.
Wanneer de correcte PIN-code is
ingevoerd, verschijnt het standby-
scherm en zijn alle functies
oproepbaar.
O
Nadat u de telefoon heeft aangezet,
wordt u gevraagd om de
beveiligingscode in te voeren als de
telefoonvergrendeling actief was toen
u de telefoon heeft uitgeschakeld.
O
Wanneer er een selectie is gemaakt,
dan verschijnt er een rode balk over de
icoon van de geselecteerde instelling.
I
Kiesbeperkingsfuncties zijn
netwerkdiensten waarvoor een
wachtwoord nodig kan zijn.