Het beeld van televisieprogramma's is
vervormd.
, Richt de televisieantenne opnieuw.
, Pas het beeld aan (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de televisie).
, Plaats de recorder en de televisie verder uit
elkaar.
, Plaats de televisie en gebundelde
antennekabels verder uit elkaar.
, De antennekabel is aangesloten op
AERIAL OUT van de recorder. Sluit de
kabel aan op AERIAL IN.
Televisiekanalen kunnen niet worden
gewijzigd.
, Het kanaal is uitgeschakeld (pagina 86).
, Er is een timergestuurde opname gestart
waardoor de kanalen zijn gewijzigd.
Het beeld van apparatuur die is
aangesloten op de ingang van de recorder
verschijnt niet op het scherm.
, Selecteer "L1" in de display op het
voorpaneel door op PROG +/– of INPUT
SELECT te drukken als de apparatuur is
aangesloten op de LINE 1 – TV aansluiting.
Selecteer "L2" in de display op het
voorpaneel door op PROG +/– of INPUT
SELECT te drukken als de apparatuur is
aangesloten op de LINE 2 IN aansluitingen.
Selecteer "L3" in de display op het
voorpaneel door op INPUT SELECT te
drukken als de apparatuur is aangesloten op
de LINE 3/DECODER aansluiting.
Selecteer "DV" in de display op het
voorpaneel door op INPUT SELECT te
drukken als de apparatuur is aangesloten op
de DV IN aansluiting (veelal bij een digitale
camcorder).
De beeldweergave of het
televisieprogramma van apparatuur die is
aangesloten op de recorder, is vervormd.
, Als het beeld van een DVD-speler, een
videorecorder of een tuner via de
videorecorder naar de televisie wordt
verzonden, kan de kopieerbeveiliging van
sommige programma's de beeldkwaliteit
beïnvloeden. Koppel het bewuste
afspeelapparaat los en sluit het rechtstreeks
aan op de televisie.
Het beeld vult het scherm niet.
, Stel "TV Type" van de "Video-uitvoer" op
het "Video" instelscherm in
overeenkomstig het beeldschermformaat
van uw televisie (pagina 90).
Het beeld vult niet het hele scherm
ondanks dat het beeldformaat is ingesteld
bij "TV Type" van de "Video-uitvoer" op het
"Video" instelscherm.
, Het beeldformaat van de titel ligt vast.
Het beeld is zwart/wit.
, Controleer of "Lijn1 Uitgang" bij "Scart-
instelling" op het "Video" instelscherm is
ingesteld op het toepasselijke item dat
overeenkomt met uw systeem (pagina 92).
, Als u een SCART kabel gebruikt,
controleert u of de kabel een 21-pins kabel
is.
Geluid
Geen geluid.
, Sluit alle kabels opnieuw goed aan.
, De aansluitkabel is beschadigd.
, De instelling voor de ingangsbron op de
versterker of de versterkeraansluiting is niet
correct.
, De recorder staat in snel vooruit-, snel
terug-, vertraagde weergave- of
pauzemodus.
, Als het audiosignaal niet via de DIGITAL
OUT (COAXIAL) aansluitingen wordt
uitgevoerd, moet u de "Audioverbinding"
instellingen op het "Audio" instelscherm
controleren (pagina 93).
, De recorder ondersteunt alleen MP3 audio
en MPEG audio voor DivX-
videobestanden. Druk op AUDIO en kies
MP3 audio of MPEG audio.
Het geluid is vervormd.
, Stel "Audio ATT" op het "Audio"
instelscherm in op "Aan" (pagina 93).
103
,wordt vervolgd