7
Onderhoud en service
7.1
Overzicht: onderhoud en service
De installateur moet een jaarlijks onderhoud doen. U vindt het
contact/helpdesknummer via de gebruikersinterface.
1 Ga naar [6.3]: Informatie > Gegevens installateur.
Als eindgebruiker moet u:
▪ De ruimte rondom de unit zuiver houden.
▪ De gebruikersinterface reinigen met een vochtig zacht doekje.
Gebruik hiervoor NOOIT detergenten.
▪ Controleer regelmatig via [6.3] Informatie > Sensoren of de
waterdruk hoger is dan 1 bar.
Koelmiddel
Type koelmiddel: R290
Waarde van het aardopwarmingsvermogen (GWP): 3
Afhankelijk van de geldende wetgeving kunnen periodieke inspecties
voor koelmiddellekken vereist zijn. Neem contact op met uw
installateur voor meer informatie.
Alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden met betrekking tot
koelmiddel moeten door een Daikin-gecertificeerde technicus
worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Raak ongewenste vloeistoflekken NOOIT rechtstreeks
aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door
bevriezing.
8
Opsporen en verhelpen van
storingen
Contact opnemen
Voor de hierna vermelde symptomen kunt u proberen om het
probleem zelf op te lossen. Contacteer uw installateur voor alle
andere problemen. U vindt het contact/helpdesknummer via de
gebruikersinterface.
1 Ga naar [6.3]: Informatie > Gegevens installateur.
8.1
De help-tekst weergeven in geval
van een storing
In geval van een storing, zal het volgende verschijnen op het
startscherm naargelang de ernst:
▪
: Fout
▪
: Storing
U kunt als volgt een korte en een lange beschrijving van de storing
zien:
1 Ga naar [11] Storing.
Resultaat: Er wordt een korte beschrijving van de fout en de
foutcode weergegeven op het scherm.
2 Tik op de foutmelding in het foutscherm.
Resultaat: Er wordt een lange beschrijving van de fout
weergegeven op het scherm.
8.2
De storingshistoriek nagaan
Voorwaarden:
Het gebruikertoegangsniveau is ingesteld op
geavanceerde eindgebruiker.
1 Ga naar [11]: Historiek storingen.
EPVX10+14S(U)18+23A + EPBX10~14A
Daikin Altherma 4 H V+W
4P773378-1 – 2024.11
7 Onderhoud en service
U krijgt een lijst van de meest recente storingen te zien.
8.3
Symptoom: u vindt het te koud
(warm) in uw woonruimte
Mogelijke oorzaak
De gewenste kamertemperatuur
is te laag (hoog).
De gewenste kamertemperatuur
kan niet bereikt worden.
De weersafhankelijke curve is
niet correct ingesteld.
8.4
Symptoom: het water uit de kraan
is te koud
Mogelijke oorzaak
U hebt geen warm tapwater meer
door een ongewoon hoog
verbruik.
De gewenste WTW-
tanktemperatuur is te laag.
Wat te doen
Verhoog (verlaag) de gewenste
kamertemperatuur. Zie
"5.6.2 De
gewenste kamertemperatuur
wijzigen" [ 4 11].
Indien het probleem dagelijks
terugkomt, doe dan een van de
volgende zaken:
▪ Verhoog
(verlaag)
de
voorgeprogrammeerde waarde
van de kamertemperatuur. Zie
de
uitgebreide
handleiding
voor de gebruiker.
▪ Pas het programma van de
kamertemperatuur
aan.
Zie
"5.8
Programmascherm:
voorbeeld" [ 4 13].
Verhoog de gewenste
aanvoerwatertemperatuur in
functie van het warmteafgever.
Zie
"5.6.3 De gewenste
aanvoerwatertemperatuur
wijzigen" [ 4 11].
Pas de weersafhankelijke curve
aan. Zie
"5.9 Weersafhankelijke
curve" [ 4 15].
Wat te doen
Als u onmiddellijk warm tapwater
nodig hebt, activeer dan:
▪ [4.1] Krachtig
verwarmen.
Hierdoor verbruikt u echter
extra
energie.
Zie
"5.7.4
Krachtige
warm
tapwaterwerking
gebruiken" [ 4 13].
▪ [4.3]
Handmatige
tankopwarming.
Als de problemen zich elke dag
voordoen, doe dan een van de
volgende zaken:
▪ Verhoog
de
voorgeprogrammeerde waarde
van de WTW-tanktemperatuur.
Zie de uitgebreide handleiding
voor de gebruiker.
▪ Pas
het
programma
van
de WTW-tanktemperatuur aan.
Voorbeeld: Programmeer om
de WTW-tank extra op te
warmen
tot
een
voorgeprogrammeerde waarde
Eco
(Instelpunt
bedrijf=een
lagere
tanktemperatuur) overdag. Zie
"5.8
Programmascherm:
voorbeeld" [ 4 13].
Gebruiksaanwijzing
17