5.1
CONTROLE PANEEL EN DISPLAY
1
POWER
2
MODE
3
MODE
Indicator
4
DOWN
5
FAN
Indicator
6
TIMER
7
SPEED
8
Digital Display
9
UP
Druk hierop om de mobiele airconditioner in of uit te schakelen.
Druk hierop om de werkingsmodus om te schakelen tussen
ventileren, koelen, verwarmen en ontvochtigen.
De modusweergave tussen koelen, ontvochtigen, ventileren en
verwarmen.
Verlagen van de gewenste temperatuur of timerinstelling.
SPEED
Geef hoge ventilatorsnelheid en lage ventilatorsnelheid weer
Stelt een tijd in waarop het apparaat automatisch start of stopt.
Druk op om de ventilatorsnelheid te schakelen tussen HOOG en
LAAG
Geeft de timerinstelling en kamertemperatuur weer.
Verhogen van de gewenste temperatuur (16 ℃ ~ 32 ℃) of
timerinstelling.
17
5. BEDIENING