NEDERLANDS
1. Inleiding
1.1 Zeta W201, W201x, W211 en W211x
De lashelmen Zeta W201, W201x, W211 en W211x zijn ont-
worpen voor booglassen (MMA, MIG/MAG, TIG), slijpen,
gutsen en plasmasnijden.
De lashelmen Zeta W201, W201x, W211 en W211x bieden
bescherming voor de ogen en het gezicht van de gebrui-
ker. De helmen zijn uitgerust met het automatisch verduis-
terende filter ADF SA 60Z.
Bij gebruik in combinatie met een compatibele aangedre-
ven filtereenheid (PFU 210e) of luchttoevoerregelaar (RSA
230) beschermen de modellen Zeta W201, W201x, W211 en
W211x ook het ademhalingssysteem van de gebruiker en
bieden ze het hoogste niveau van ademhalingsbescher-
ming: TH3-classificatie met PFU 210e en 3B-classificatie
met RSA 230.
Zeta W201x en W211x modellen hebben ook geïntegreer-
de led-werklampen die kunnen worden gebruikt wanneer
deze zijn aangesloten op de aangedreven filtereenheid
PFU 210e.
1.2 Over deze handleiding
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u het apparaat
voor de eerste keer gebruikt. Let vooral op de veiligheids-
voorschriften.
Opmerking
Let op
Waarschuwing
1.3 Disclaimer
Hoewel wij alles in het werk hebben gesteld om ervoor te
zorgen dat de informatie in deze handleiding accuraat en
volledig is, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor
foutieve of ontbrekende informatie. Kemppi heeft te allen
tijde het recht om zonder bericht vooraf de specificaties
van het beschreven product te wijzigen. Zonder vooraf-
gaande toestemming van Kemppi mag de inhoud van deze
handleiding niet worden gekopieerd, vermenigvuldigd of
verzonden.
2. Veiligheid
Waarschuwing:
• Het is ten strengste verboden om andere onderdelen
of accessoires dan die van Kemppi te gebruiken met
de persoonlijke beschermingsmiddelen van Kemppi.
Als u zich niet houdt aan deze veiligheidsregel, kunt
u ernstige gezondheidsschade oplopen.
• Wij raden een gebruiksperiode van vijf jaar aan.
De gebruiksperiode is afhankelijk van verschillende
4
© Kemppi Oy 2024
Geeft de gebruiker
belangrijke informatie.
Beschrijft een situatie
die kan leiden tot schade
aan de apparatuur of het
systeem.
Beschrijft een mogelijk
gevaarlijke situatie die
kan leiden totlichamelijk,
mogelijk zelfsdodelijk letsel.
factoren, zoals gebruik, reiniging, opslag en onder-
houd.
• Inspecteer de helm voor verse lucht voor elk gebruik
op beschadigingen en controleer of hij goed werkt.
Vervang versleten en beschadigde onderdelen.
• Gebruik alle instelmogelijkheden voor maximale be-
scherming.
• De gelaatsafdichting moet in goede staat zijn, voor
de oren van de gebruiker geplaatst zijn en beide ge-
spen moeten goed vastzitten.
• Las nooit terwijl het lasvizier omhoog is geklapt of als
er geen lasfilter aanwezig is.
• Als het automatisch verduisterende filter (ADF) niet
donker wordt wanneer de boog wordt ontstoken,
stop dan meteen met lassen. Inspecteer het ADF
en de elektrische voeding daarvan. Vervang deze
indien nodig.
• Gebruik lasfilters altijd in combinatie met geschikte
beschermplaten.
• Gebruik nooit een lasfilter zonder binnenbescherm-
platen.
• Gebruik nooit een gekrast of beschadigd lasfilter
en lens.
• Materialen die in contact kunnen komen met de huid
van de drager kunnen bij gevoelige personen allergi-
sche reacties veroorzaken.
• Dit product mag alleen worden gebruikt binnen het
temperatuurbereik van -5...+55 °C.
• Het product is niet bedoeld voor gebruik in omgevin-
gen met explosiegevaar.
• De helm biedt geen bescherming tegen explosieven
of bijtende vloeistoffen.
• De helm is niet geschikt voor laserlassen en las-/snijd-
processen die gebruik maken van oxyacetyleen.
• De helm biedt bescherming alleen bij kamertempe-
ratuur tegen snel bewegende deeltjes (EN ISO kwali-
ficatie E) en alleen wanneer alle helmcomponenten
naar behoren zijn bevestigd, zoals beschreven in de
handleiding.
• Wanneer de helm over een bril wordt gedragen, kan
deze de inslag van snel bewegende deeltjes over-
brengen en zo een gevaar vormen voor de drager.
• Beschermers die zijn blootgesteld aan schokken, mo-
gen niet worden gebruikt en moeten worden wegge-
gooid en vervangen.
• Indien de symbolen van de markeringen niet
hetzelfde zijn voor verschillende delen van de
beschermingsuitrusting, wordt het laagste be-
schermingsniveau toegekend aan de volledige be-
schermingsuitrusting.
• Het RPD (ademhalingsbeschermingsapparaat) kan
in bepaalde zeer giftige atmosferen geen adequate
bescherming bieden.
• Bij zeer hoge werksnelheden kan de druk in het ge-
laatsstuk negatief worden bij een piekinademings-
stroom.