■
Video Processing (Video Process.)
Configureert de instellingen van videosignaalverwerking.
Video Mode (V.M)
Schakelt de instellingen voor videosignaalverwerking (resolutie, aspectverhouding
en videoaanpassingen) in of uit die zijn ingeschakeld in "Processing" (p. 131) in
het menu "Setup".
Instellingen
Direct (Direct)
Schakelt videosignaalverwerking uit.
Processing
Schakelt videosignaalverwerking in.
(Processing)
Video Adjustment (Video Adjust)
Selecteert een videoaanpassingsinstelling uit de presets die u hebt
geconfigureerd in "Adjustment" (p. 131) in het menu "Setup".
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
1 tot 6
■
Input Settings (Input Settings)
Configureert de signaalinstellingen.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Input Trim (In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze
functie om dat te corrigeren.
Instelbereik
-6,0 dB tot 0,0 dB tot +6,0 dB (in stapjes van 0,5 dB)
Audio Select (A.Sel)
Selecteert de audio-ingang die u wilt gebruiken wanneer er meerdere
audioverbindingen voor één ingangssignaal zijn.
Instellingen
Auto (Auto)
HDMI (HDMI)
Coax/Opt
(Coax/Opt)
Analog (Analog)
Video Out (V.Out)
Selecteert een videosignaal dat met de audiosignaalbron wordt uitgevoerd.
Instellingen
Off (Off)
AV 1–7 (AV1–7),
V-AUX (V-AUX)
Standaard
USB: V-AUX (V-AUX)
Overige: Off (Off)
WEERGAVE ➤ Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option)
Selecteert automatisch de audio-ingang in de volgende volgorde van
prioriteit.
1. HDMI-ingang
2. Digital input (COAXIAL of OPTICAL)
3. Analog input (AUDIO)
Selecteert altijd HDMI-ingang. Er worden geen geluiden
geproduceerd wanneer geen signalen via de HDMI-aansluiting
worden ingevoerd.
Selecteert altijd digitale invoer (COAXIAL of OPTICAL). Er worden
geen geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de
COAXIAL- of OPTICAL-aansluiting worden ingevoerd.
Selecteert altijd analoge invoer (AUDIO). Er worden geen geluiden
geproduceerd wanneer geen signalen via de AUDIO-aansluitingen
worden ingevoerd.
Geeft geen videosignalen weer.
Geeft videosignalen weer via de corresponderende
videoaansluitingen.
110
Nl