7.3
Dakhaken bij dakpannen monteren
WAARSCHUWING
Schade aan de installatie door naderhand losraken van de lange
moer aan dakhaken!
Bij vastdraaien van de moer wordt een borging geactiveerd.
▶ Wanneer de lange moer meer dan eenmaal wordt losgemaakt, lokaal
een schroefborging uitvoeren (bijv. met passende lijm).
▶ Om het dakhaakonderstuk [1] te draaien of om te zetten, moer met
inbussleutel 5 mm losmaken.
▶ Wanneer de dakpan- en panlatdikte samen meer is dan 70 mm, dak-
haak als keperverankering gebruiken.
1
6720640298-07.1ST
Afb. 20 Dakhaakonderstuk draaien, maten in mm
Dakhaak aan panlat hangen
▶ In het bereik van de dakhaakposities dakpan omhoog schuiven.
▶ Dakhaak in het golfdal plaatsen en aan panlat hangen.
Afb. 21 Ingehangen dakhaken
▶ Dakhaakonderstuk [1] tot aan de panlat omhoog schuiven.
▶ Wanneer de getande vulring [3] in de vertanding van het dakhaakon-
derstuk grijpt, moer [2] vastdraaien.
SO 7000 TF – 6720820970 (2023/03)
Afb. 22 Dakhaakonderstuk omhoog schuiven
Om te zorgen dat geen stuifsneeuw kan binnendringen:
▶ Steunpunten van de dakpan in het bereik van de dakhaak voorzichtig
verwijderen.
Afb. 23 Dakpan aanpassen
6720640298-08.1ST
Montage van de dakverbinding
1
2
3
6720640298.09-1.ST
6720640298.09-1.ST
6720803995-24.1ST
13