Een inReach weersvoorspelling bijwerken
U kunt een inReach weersverwachting bijwerken die is verlopen of verouderde informatie bevat. Bij het
bijwerken van een voorspelling worden dezelfde datakosten of extra kosten in rekening gebracht als bij het
aanvragen van een voorspelling.
1 Druk op de startpagina op
2 Selecteer Weer.
3 Druk op OK om het menu met opties te openen.
4 Selecteer Weer bijwerken.
Het toestel vraagt een bijgewerkte voorspelling op. Als u de voorspelling Mijn locatie bijwerkt, vraagt het toestel
een bijgewerkte prognose voor uw huidige locatie op. Het kan enkele minuten duren voordat de bijgewerkte
weersverwachting is ontvangen.
De weerlocatie wijzigen
Voordat u de weerlocatie kunt wijzigen, moet u extra weerlocaties toevoegen in de Garmin Messenger app.
1 Druk op de startpagina op
2 Selecteer Weer.
3 Druk op OK om het menu met opties te openen.
4 Selecteer Wijzig locatie.
5 Selecteer een locatie.
U kunt abonnementsdetails en -gegevens weergeven op het inReach Messenger toestel.
Details weergeven
U kunt de gegevens van uw huidige data-abonnement inzien en controleren of er updates beschikbaar zijn voor
uw abonnement.
1 Druk op de startpagina op
2 Selecteer Abonnement > Abonnementsgegevens.
Gegevensgebruik inzien
U kunt het aantal berichten, incheckberichten en spoorpunten dat u in de huidige factuurperiode hebt verzonden
inzien. Aan het begin van elke factuurperiode wordt de gegevensgebruiksteller automatisch gereset.
1 Druk op de startpagina op
2 Selecteer Abonnement > Gegevensgebruik.
Trackinginstellingen
Druk op de startpagina op
Verzendinterval: Hiermee stelt u de frequentie in waarop het toestel een spoorpunt vastlegt en via het
satellietnetwerk verzendt.
OPMERKING: De frequentie van Verzendinterval is van invloed op de levensduur van de batterij
(Batterijgegevens,
pagina 15).
Auto Koers: Hiermee stelt u in dat de trackingfunctie automatisch wordt gestart wanneer u het toestel
inschakelt.
Gegevensgebruik en geschiedenis
of
om door de hoofdmenuopties te bladeren.
of
om door de hoofdmenuopties te bladeren.
Gegevensgebruik en geschiedenis
of
om door de hoofdmenuopties te bladeren.
of
om door de hoofdmenuopties te bladeren.
Het toestel aanpassen
of
om door de hoofdmenuopties te bladeren. Selecteer Instellingen > Volgen.
9