Eerste uitgave • Zesde druk
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de
platformbediening in de stand uit om alle
machinefuncties te stoppen.
Repareer elke functie die in werking treedt terwijl
een van de noodstopknoppen is ingedrukt.
Bediening vanaf de grond
1 Draai het contactslot naar grondbediening.
2 Trek de rode noodstopknop op zowel de grond-
als de platformbediening uit in de stand aan.
3 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten
voordat u de machine in bedrijf neemt.
Platform plaatsen
1 Verplaats de op/neer-tuimelschakelaar aan de
hand van de markeringen op het bedienings-
paneel.
De rij- en stuurfuncties zijn vanaf de grondbediening
niet beschikbaar.
Bediening vanuit het platform
1 Draai het contactslot naar platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop op de grond- en
platformbediening uit in de stand aan.
3 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten
voordat u de machine in bedrijf neemt.
Platform plaatsen
1 Zet de hef/rij-keuzeschakelaar in de hefstand.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Verplaats de joystick aan de hand van de
markeringen op het bedieningspaneel.
Onderdeelnr. 72129DU
Sturen
1 Zet de hef/rij-keuzeschakelaar in de rijstand.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Draai de stuurwielen met behulp van de
duimtuimelschakelaar boven op de joystick.
Rijden
1 Zet de hef/rij-keuzeschakelaar in de rijstand.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick
langzaam naar het midden.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste
stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en op het platform om de
rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij
geheven platform.
Rijsnelheid verlagen
De bedieningselementen voor het rijden
functioneren in drie verschillende rijsnelheidsmodi.
Als alle drie de lampjes op het platformbedienings-
paneel branden, staat de machine in de normale
(snelste) rijsnelheidsmodus. Als een lampje brandt,
verplaatst de machine zich met de langzaamste
rijsnelheid.
Druk de rijsnelheidsschakelaar in of duw tegen de
rijsnelheidknop om de gewenste rijsnelheid te
selecteren.
Genie Runabout
Bedieningshandleiding
BEDIENINGSINSTRUCTIES
23