2 Beginnen
2.1 De geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart
met de gouden contacten
gericht naar de achterkant
van de dashcam. Duw de
geheugenkaart totdat deze
vastklikt.
Om de geheugenkaart te
verwijderen drukt u op de
geheugenkaart.
Opmerkingen:
Verwijder of plaats de geheugenkaart niet wanneer het apparaat is
ingeschakeld. Dit kan de geheugenkaart beschadigen.
Gebruik micro SD-kaarten van class 6 of hoger voor deze dashcam.
Het wordt aanbevolen om micro-SD kaarten voor het eerste gebruik
te formatteren.
2.2 Installeren in voertuigen
2.2.1 Monteren aan de voorruit
› Bevestig de beugel aan het apparaat. Schuif deze in de houder
totdat u een klik hoort.
› Positioneer de zuignap op de voorruit en haal de hendel over.
› Zorg ervoor dat de zuignap goed vast zit.
2.2.2 De positie van het apparaat aanpassen
› Draai de knop los om de positie verticaal aan te passen.
› Draai de knop los om de positie horizontaal aan te passen tot 360°.
6