Bediening
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch,
afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus, resp. tot
uitschakeling door de vlotter van het gevulde
condensreservoir.
• Vermijd open deuren en ramen.
Bedieningselementen
9 10 11 12
13
14
15
16
17
18
Nr. Aanduiding
Betekenis
9
LED low
Indicatie van de lage ventilatorsnelheid
10 LED med
Indicatie van de middelmatige
ventilatorsnelheid
11 LED high
Indicatie van de hoge ventilatorsnelheid
12 Segment-
Toont de ruimtetemperatuur (0 tot 50 °C)
weergave
Toont de relatieve luchtvochtigheid van
de omgeving (35% tot 95% r.v.)
Toont bij ingedrukte toets Humidity de
ingestelde luchtvochtigheid
Toont bij ingedrukte toets Timer ca. 8
seconden het voorgeselecteerde aantal
uren
13 Toets Speed
Instellen van de ventilatorsnelheid
14 LED On
brandt groen = indicatie bedrijf
knippert rood = apparaat gekanteld
15 LED Drying
Indicatie bedrijfsmodus wasdroging
16 Toets Drying
Start de bedrijfsmodus wasdroging
(droging)
17 Toets Humidity
Instellen van de instelwaarde voor de
luchtvochtigheid: Continubedrijf (CO),
40 %, 50 %, 60 %, 70 %
18 Toets On/Off
Schakelt het apparaat aan of uit
19 Toets Timer
Start het programmeren van de timer-
functie
20 Toets Ventilation Start de bedrijfsmodus Ventilatie
8
21
22
23
24
19
20
luchtontvochtiger TTR 57 E
Nr. Aanduiding
Betekenis
21 Toets Auto
Start de bedrijfsmodus automaat
> 70% r.v. = ventilatorsnelheid High
55 % – 70 % r.v. = ventilatorsnelheid
Low
< 55 % r.v. = het apparaat wordt
30 minuten uitgeschakeld en controleert
daarna de relatieve luchtvochtigheid
Automatische start boven 55 % r.v.
22 LED Tank Full
Indicatie condensreservoir vol of niet
correct geplaatst
23 LED Timer
Indicatie timer-functie
24 LED Ventilatie
Indicatie bedrijfsmodus Ventilatie
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
Let op
Wacht 3 minuten, voordat u het apparaat weer
inschakelt (bijv. na het legen van het
condensreservoir).
1. Het apparaat inschakelen met de toets On/ Off (18).
ð Het apparaat start met de ontvochtiging.
Bedrijfsmodi instellen
Bedrijfsmodus ventilatie
Het apparaat heeft drie ventilatorsnelheden Low, Med en High.
Low:
Het apparaat werkt met lage ventilatorsnelheid en laag
verwarmingsvermogen, om energie te besparen en de
geluidsontwikkeling tijdens gebruik zo gering mogelijk te
houden. De verwarming schakelt uit, als de relatieve
luchtvochtigheid van de omgeving onder de ingestelde
instelwaarde komt. Stijgt de luchtvochtigheid weer tot boven de
vooringestelde waarde, schakelt de verwarming weer in. De
indicatie voor de ruimteluchtvochtigheid op de voorkant van het
apparaat is gedeactiveerd.
Med:
Het apparaat werkt met een normale ventilatorsnelheid en hoog
verwarmingsvermogen.
High:
Het apparaat werkt met een hoge ventilatorsnelheid en hoog
verwarmingsvermogen.
Kies de ventilatorsnelheid als volgt:
1. Druk op de toets Speed (13), tot de LED Low (9) brandt.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Speed (13), tot de
LED Med (10) brandt.
3. Druk herhaaldelijk op de toets Speed (13), tot de
LED High (11) brandt.
NL