nl
18.1 Noodontgrendeling
Deur ontgrendelen
Vereiste: De afvoerpomp is leeg.
→ Pagina 38
LET OP! Wegstromend water kan
1.
tot materiële schade leiden.
Open de deur niet als er water
▶
achter het glas te zien is.
De noodontgrendeling met behulp
van gereedschap naar onderen
trekken en loslaten.
Het deurslot is ontgrendeld.
a
De serviceklep plaatsen en vast-
2.
klikken.
De serviceklep sluiten.
3.
18.2 Elektronische kaart re-
setten
Elektronische kaart resetten
Start het toestel opnieuw op.
1.
Als de storing opnieuw optreedt,
2.
koppel het toestel dan gedurende
minstens 30 seconden los van het
stroomnet.
Haal stekker van het netsnoer uit
het stopcontact trekken of schakel
de zekering in de meterkast uit.
Wanneer de storing aanhoudt,
3.
neem dan contact op met de klan-
tenservice. → Pagina 49
48
Geef tijdens het telefoongesprek
de exacte foutmelding door. Docu-
menteer indien mogelijk de storing
met foto's en video's.
Transporteren, opslaan en afvoeren
19 Transporteren, op-
slaan en afvoeren
Transporteren, opslaan en afvoeren
19.1 Apparaat demonteren
De waterkraan sluiten.
1.
Watertoevoerslang legen.
2.
Het apparaat uitschakelen.
3.
→ Pagina 32
De stekker van het apparaat uit het
4.
stopcontact halen.
Het sop laten laten weglopen.
5.
→ "Afvoerpomp reinigen",
Pagina 38
De slangen demonteren.
6.
De doseerreservoirs legen.
7.
19.2 Transportbeveiligingen
plaatsen
Om transportschade te vermijden,
beveiligt u het apparaat vóór het
transport met transportbeveiligingen.
De afdekkappen met een schroe-
1.
vendraaier verwijderen.
Bewaar de afdekkap.
De 4 transportbeveiligingen plaat-
2.
sen.