Handleiding
1. Identificatie
AC-voeding
PSU1100-J1-AC-*
Materieelbeschermingsniveau Gb
ATEX-identificatie:
1
II 2G Ex eb q IIC T4 Gb
IECEx-identificatie: Ex eb q IIC T4 Gb
Materieelbeschermingsniveau Db
ATEX-identificatie:
1
II 2D Ex tb IIIC T85°C Db
IECEx-identificatie: Ex tb IIIC T85°C Db
AC-voeding
PSU1200-J2-AC-*
Materieelbeschermingsniveau Gc
ATEX-identificatie:
1
II 3G Ex ec q IIC T4 Gc
IECEx-identificatie: Ex ec q IIC T4 Gc
Materieelbeschermingsniveau Dc
ATEX-identificatie:
II 3D Ex tc IIIC T85°C Dc
1
IECEx-identificatie: Ex tc IIIC T85°C Dc
De met een * gemarkeerde letters van de typecode zijn plaatshouders
voor versies van het apparaat.
Pepperl+Fuchs Groep
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Duitsland
Internet: www.pepperl-fuchs.com
2. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperator.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
3. Verwijzing naar verdere documentatie
Voor bepaalde processen en instructies in deze handleiding zijn speciale
voorschriften vereist om de veiligheid van het bedieningspersoneel te
waarborgen.
Neem richtlijnen, normen en nationale wetgeving die betrekking hebben
op het bedoeld gebruik en de gebruikslocatie in acht. Neem
richtlijn 1999/92/EC met betrekking tot explosiegevaarlijke omgevingen in
acht.
Neem richtlijnen, normen en nationale wetgeving die betrekking hebben
op het bedoeld gebruik en de gebruikslocatie in acht.
De bijbehorende gegevensbladen, handleidingen,
conformiteitsverklaringen, EU-typecertificaten, certificeringen en control
drawings, indien van toepassing (zie gegevensblad) maken onderdeel uit
van dit document. U vindt deze informatie onder www.pepperl-fuchs.com.
Scan de QR-code op het apparaat voor specifieke apparaatinformatie
zoals het jaar waarin het apparaat is gebouwd. U kunt ook het
serienummer zoeken op www.pepperl-fuchs.com.
Vanwege doorlopende aanpassingen verandert de documentatie
voortdurend. Raadpleeg alleen de meest recente versie op www.pepperl-
fuchs.com.
4. Bedoeld gebruik
Het apparaat is een apparaat gecertificeerd voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen volgens ATEX-richtlijn en IECEx-zones 1
en 21 en zone 2 en 22, afhankelijk van de versie die wordt gebruikt.
Het apparaat is een AC-DC-voeding. Het apparaat voedt
explosiebeveiligde apparatuur in explosiegevaarlijke omgevingen. Het
apparaat biedt een uitgangsspanning van 24 V DC op basis van 115/230
V AC, 50/60 Hz ingangsspanning.
Het uitgangsvermogen wordt gereduceerd van 50 °C tot 65 °C
(80 W tot 50 W).
Het apparaat is geoptimaliseerd voor gebruik met de volgende apparaten:
Display DPU1*00-*
l
Thin-client-eenheid TCU1*00-*
l
PC-eenheid PCU1*00-*
l
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze instructies zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Zie de bijbehorende documentatie voor het bedoeld gebruik van de
aangesloten apparaten.
DOCT-4907C / 2023-06
Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke
omgeving.
Bij apparaten waarvoor specifieke voorwaarden gelden, staat achter het
certificaatnummer een X markering.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
6. Montage en installatie
Voorafgaand aan de montage, installatie en ingebruikname van het
apparaat moet u het apparaat leren kennen en de gebruikshandleiding
zorgvuldig doorlezen.
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
Het apparaat moet voor montage en onderhoud worden losgekoppeld van
de elektrische voeding. De elektrische voeding kan mogelijk alleen
worden geactiveerd nadat alle circuits die nodig zijn voor de werking
succesvol zijn geassembleerd en aangesloten.
Het apparaat is niet geschikt voor het scheiden van explosiegevaarlijke
omgevingen.
Het apparaat mag worden geïnstalleerd in gasgroep IIC.
Er staan veiligheidsmarkeringen op het meegeleverde naamplaatje. Zorg
ervoor dat het naamplaatje aanwezig en leesbaar is. Houd rekening met
de omgevingsomstandigheden.
Gebruik alleen accessoires die zijn gespecificeerd door de fabrikant.
Bescherm het circuit tegen overbelastingsspanning (bijv. bliksem).
Zorg ervoor dat alle bevestigingsmaterialen aanwezig zijn.
Neem de aanhaalmomenten van de schroeven in acht.
De behuizing heeft een aardingsverbinding. Sluit deze aardingsverbinding
aan op een equipotentiaalgeleider met een minimum doorsnede van
2
4 mm
.
Sluit alle kale niet-elektrisch geladen metalen onderdelen aan op de
beschermingsgeleider.
Zorg ervoor dat externe aardingsverbindingen aanwezig zijn, in goede
staat verkeren en niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.
Zorg ervoor dat de klemmen in goede staat verkeren en niet beschadigd
of gecorrodeerd zijn.
Verwijder de behuizing alleen als er geen potentieel explosiegevaarlijke
atmosfeer is.
Monteer het apparaat op een weerbestendige plek.
Zorg ervoor dat de gebruikslocatie een vloerbelasting heeft die voldoende
is.
Als de behuizing op beton wordt gemonteerd, dan dient u expansieankers
gebruiken. Wanneer de behuizing op een stalen frame wordt gemonteerd,
dan dient u trillingsbestendig montagemateriaal gebruiken.
Bescherm het apparaat tegen langdurige of overmatige mechanische
trillingen.
Het apparaat is zwaar. Om fysieke schade of omgevingsschade te
voorkomen, dient u de voorschriften voor de montageprocedure in acht te
nemen.
Beschadig de beluchtingsplug niet.
Dek de beluchtingsplug niet af.
Specifieke gebruiksvoorwaarden
Monteer het apparaat op een plaats met een lage elektrostatische lading.
6.1. Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Monteer de kabels en ingangspoorten zo dat ze beschermd worden tegen
ultraviolet licht.
Monteer kabels en wartels zo dat ze niet worden blootgesteld aan
mechanische gevaren.
De diëlektrische spanning van de isolatie moet minstens 500 V zijn
conform IEC/EN 60079-14.
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Houd rekening met de isolatiestriplengte.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen op de uiteinden
van de geleider te krimpen.
Let op de minimale buigradius van de geleiders.
De nominale kerndoorsnede van een aangesloten geleider is 2,5 mm
(vast, fijngewoven en gewoven).
6.2. Vereisten voor wartels
Gebruik slechts een ingangspoort per opening.
Gebruik slechts één geleider per klem.
Pas de dichting van de wartel aan op de diameter van de gebruikte kabels
en ingangspoorten.
Zorg ervoor dat alle wartels in goede staat verkeren en goed zijn
vastgemaakt.
1 / 2
2