2
Apparaatinstellingen
U kunt het kinderslot en de
A p p a r a a t i n s t e l l i n g e n
basisinstellingen (bijv. signalen)
aanpassen of activeren/deactiveren.
Kinderslot
Met de activering van de de
kinderbeveiliging voorkomt u het per
ongeluk bedienen van het
bedieningspaneel.
Kinderslot als volgt activeren/
deactiveren:
Op beide toetsen Kinderbeveiliging 3
sec. gedurende ca. 3 seconden
drukken.
Het kinderslot blijft ook na
Aanwijzing:
het uitschakelen van het apparaat
geactiveerd. Om het bedieningspaneel
na het inschakelen te kunnen bedienen,
moet u het kinderslot deactiveren.
Basisinstellingen
U kunt bepaalde basisinstellingen aan
het apparaat aanpassen. Om
aanpassingen uit te kunnen voeren,
moet u eerst de instelmodus
oproepen:
Apparaatinstellingen
Op beide toetsen Instellingen 3 sec.
gedurende ca. 3 seconden drukken.
U kunt volgende basisinstellingen
aanpassen:
Basisinstelling
Signaal
Toetssignaal
Taal
Basisinstellingen als volgt aanpassen
en activeren/deactiveren
Gewenste instelling aanpassen.
1.
De geactiveerde instelling wordt op het
display gemarkeerd.
Overige basisinstellingen aanpassen
2.
of basisinstellingen opslaan en
beëindigen.
Basisinstellingen als volgt opslaan en
beëindigen
Programmakiezer draaien.
■
Apparaat uitschakelen.
■
Op beide toetsen Instellingen 3 sec.
■
gedurende ca. 3 seconden drukken.
Beschrijving
Volume van de instructiesig-
nalen (bijv. aan het einde van
het programma) aanpassen
of deactiveren
Volume van de bedienings-
signalen aanpassen of deac-
tiveren
Taal van het apparaat wijzi-
gen
nl
37