8.4
Nr.: 901764 05 NL
8
Inbedrijfstelling
8.4
Drukparameters van de machine
Drukparameters van de machine
Dit hoofdstuk bevat informatie over hoe u de drukparameters van de machine weergeeft en instelt.
Het hoofdstuk is onderverdeeld in de volgende paragrafen:
■
8.4.1: Drukparameters weergeven
■
8.4.2: Drukparameters instellen
"Weergave:" betekent dat de parameter alleen wordt weergegeven.
"Instelling:" betekent dat de parameter ingesteld kan worden.
Parameter
Verklaring
pRV
Weergave:
Inschakeldruk van het veiligheidsventiel aan de persluchtuitgang
pE
Drukverhoging
Weergave:
■
pE SP: Schakelpunt van de drukverhoging; bovenste veiligheidsgrens voor
maximale machinedruk; bij externe VOLLAST-sturing dient deze waarde, in
geval van een storing, om over te schakelen van VOLLAST naar NULLAST
Instelling:
■
pE SD: schakelverschil van de drukverhoging
ΔpFC
Grenswaarde machine met frequentieomvormer (SFC)
Instelling:
■
dp FC: grens van het laagste debiet. Bij overschrijding van de waarde [Scha‐
kelpunt vereiste netdruk +dp FC] gaat de compressor van VOLLAST naar
NULLAST
Nominale druk
Weergave:
De compressor is voor deze druk gemaakt (maximale vereiste druk)
Druk setpoint
De vereiste netdruk kan op 2 verschillende waarden
Instelling:
■
Schakelpunt
(SFC)
■
Schakelpunt
(SFC)
Netdruk p4 laag Bij het bereiken van de limietwaarde voor:
wingsmelding weergegeven.
Instelling:
■
SD: Schakelverschil voor:
SP: Schakelpunt voor:
■
Optie: Uitgangssignaal instellen,
waarschuwingsmelding op het display of extra uitgangssignaal, bijvoorbeeld
naar een externe sturing
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 BOOSTER ≥ 4.0.X
pA resp. regeldruk pA bij machines met frequentieomvormer
pB resp. regeldruk pB bij machines met frequentieomvormer
Netdruk p4 laag ,
Netdruk p4 laag
pA en pB worden ingesteld.
Netdruk p4 laag wordt een waarschu‐
77