9
|
Elektrische installatie
In het geval van V3-modellen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
114
"In het geval van
V3-modellen" [
▪
"In het geval van
W1-modellen" [
▪
1 Voedingskabel:
▪ Voer de kabel door het frame.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok.
▪ Zet de kabel vast met een kabelbinder.
Draden: 1N+GND
Maximale stroomsterkte: zie naamplaatje op de unit.
—
b
L
a
N
b
L
1N~,
50 Hz,
N
230 V AC
a Voedingskabel (ter plaatse te voorzien)
b Ter plaatse te voorziene bedrading
F1B Overstroomzekering (ter plaatse te voorzien). Aanbevolen zekering: 2, 32 A, C-
curve.
Q1DI Aardlekschakelaar (30 mA)(ter plaatse te voorzien)
2 Doorverbindingskabel (binnen↔buiten):
▪ Voer de kabel door het frame.
▪ Sluit de draden aan op het aansluitingenblok (controleer of de nummers
overeenkomen met de nummers op de binnenunit) en de aardingsschroef.
▪ Zet de kabel vast met een kabelbinder.
Draden: (3+GND)×1,5 mm²
—
4
114]
4
116]
L N PE
F1B
Q1DI
BRN
2
1
BLU
4
3
YLW/GRN
a
EPRA14~18D + ETSH/X(B)16P30+50E
Daikin Altherma 3 H HT ECH₂O
4P679467-1D – 2023.11