Werken met de netvoedingsadapter en de batterij
Batterijstatus controleren
U kunt het resterende percentage batterijvermogen controleren door het
batterijpictogram te bekijken in het systeemvak.
Opmerking: Omdat elke computergebruiker andere gewoontes en behoeften heeft, is het
moeilijk te voorspellen hoe lang u met een batterijlading kunt werken. Dat
wordt bepaald door twee factoren:
• De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint te
werken.
• De manier waarop u de computer gebruikt: bijvoorbeeld hoe vaak u de
harde schijf raadpleegt en hoe helder het beeldscherm is ingesteld.
Batterij opladen
Als het batterijvermogen laag is, moet u de batterij opladen.
U moet de batterij in de volgende situaties opladen:
• Als het lampje voor de batterijstatus begint te knipperen.
• Als de batterij lange tijd niet is gebruikt.
Opmerking:
•
Om de levensduur van de batterij te verlengen, begint de computer de batterij niet
onmiddellijk op te laden als ze iets minder dan volledig opgeladen is.
Laad de batterij op bij een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C (50 °F en 86 °F).
•
•
Het is niet nodig de batterij volledig te laden en op te gebruiken.
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
- - - - - - - - - - - - - -
7