12
Voedingsspanning
De voeding wordt alleen aangesloten op de regelaar (module 1).
De voeding naar de volgende modules wordt doorgegeven via de
schuifverbinding tussen de modules. De voeding moet 24 V +/- 20
% zijn.
Er moet een voeding gebruikt worden voor iedere regelaar. De 24
V kan dus niet doorgelust worden naar andere regelaars.
De voeding moet klasse II zijn.
De 24 V kan dus niet doorgelust worden naar andere regelaars.
De analoge in- en uitgangen zijn niet galvanisch gescheiden van
de voeding.
De + en - van de 24V ingang mogen niet geaard worden.
Bij gebruik van stappenmotorafsluiters moet de stroom daarvoor
worden geleverd door een aparte voeding.
Bij CO2-installaties moet ook de spanning naar de regelaar en
afsluiters zeker worden gesteld met behulp van een UPS.
Vervolg voorbeeld:
Regelaar
+ 2 uitbr. module uit de 200 serie
+ 2 uitbr. module uit de 100 serie
Formaat transformator (min.)
42
8 VA
10 VA
4 VA
------
22 VA
Capaciteitsregeling
RS8GG410 © Danfoss 03-2013
Voeding grootte
De energieopname groeit met het aantal aangesloten modules:
Module
Type
Regelaar
Uitbr. module
serie 200
Uitbr. module
serie 100
Totaal
Aantal à
Effect
1
x
8 =
8 VA
_
x
5 =
__ VA
_
x
2 =
__ VA
___ VA
AK-PC 781