Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over de documentatie Over dit document ................................. Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur..................2 Algemene veiligheidsmaatregelen Over de documentatie ..............................2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................Voor de installateur................................ 2.2.1 Algemeen ............................... 2.2.2 Plaats van installatie ............................
Pagina 3
Inhoudsopgave 8 Elektrische installatie De elektrische bedrading voorbereiden ........................8.1.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading .................. De elektrische bedrading aansluiten ..........................8.2.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading ..................8.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading............. 8.2.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading ..............
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin (inclusief alle documenten vermeld in"documentatieset") en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC- normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Over de documentatie 1.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur Hoofdstuk Beschrijving Algemene Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Over de documentatie Verkrijgbare documentatie voor de installateur Over de doos Units uitpakken en accessoires verwijderen Over de unit ▪...
Algemene veiligheidsmaatregelen 2 Algemene veiligheidsmaatregelen 2.1 Over de documentatie ▪ De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies. ▪ De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over heel belangrijke onderwerpen; volg ze nauwkeurig op. ▪...
Een verkeerde installatie of bevestiging van apparatuur of accessoires kan een elektrische schok, kortsluiting, lekken, brand of andere schade aan de apparatuur veroorzaken. Gebruik ALLEEN accessoires, optionele apparatuur reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden, tenzij anders aangegeven. ARXF20~42F5V1B Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P769827-13D – 2024.08...
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, en zeker geen kinderen, ermee kan spelen.
Pagina 9
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen ALLEEN door bevoegde personen worden uitgevoerd. WAARSCHUWING ▪...
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Als één of meerdere kamers via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit, moet u ervoor zorgen dat: ▪ er geen werkende ontstekingsbronnen zijn (bijvoorbeeld open vuur, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) als de vloeroppervlakte kleiner is dan de minimum vloeroppervlakte A (m²);...
Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wand- of vloermodel? ▪ Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits hangt dit af van de installatiehoogte: Bij een installatiehoogte van… Gebruik de grafiek of tabel voor… <1,8 m Vloerunits 1,8≤x<2,2 m Units voor muurmontage ≥2,2 m Units voor plafondmontage 3 Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte te bepalen.
Pagina 12
Algemene veiligheidsmaatregelen GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit: ▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Zie het naamplaatje of het label met de koelmiddelvulling van de unit in geval u koelmiddel moet bijvullen. Hierop vindt u het type van het koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. ▪ Ongeacht of de unit wel of niet in de fabriek met koelmiddel is gevuld, in beide gevallen moet u misschien extra koelmiddel bijvullen, afhankelijk van de leidingmaten en -lengtes van het systeem.
Pagina 14
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Indien deze NIET standaard werd geplaatst, moet een hoofdschakelaar (of een ander middel om uit te schakelen) tussen de vaste bedrading geplaatst worden; deze schakelaar dient het contact van alle polen volledig te verbreken en MOET hij voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie III-specificatie wanneer hij open staat.
Pagina 15
Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading: ▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken). ▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte, volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. Installatie van de unit (zie "6 Installatie van de unit" [ 25]) WAARSCHUWING De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving.
Pagina 17
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade aan de apparatuur en zelfs letsels.
Pagina 18
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur "8 Elektrische installatie" [ 46]) Elektrische installatie (zie WAARSCHUWING toestel MOET worden geïnstalleerd conform nationale bedradingsvoorschriften. WAARSCHUWING ▪ Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften. ▪ Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading. ▪...
Pagina 19
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn aangezien dergelijke leidingen heel warm worden. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Alle elektrische onderdelen (thermistors inbegrepen) krijgen stroom van de elektrische voeding.
Pagina 20
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Controleer STEEDS of de spanning op de unit is afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te controleren. Schakel de respectievelijke stroomonderbreker uit. ▪ Als een veiligheidsvoorziening geactiveerd werd, moet u de unit uitschakelen en controleren waarom de veiligheidsvoorziening werd geactiveerd vooraleer deze te resetten.
Over de doos 4 Over de doos Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen ALLEEN door bevoegde personen worden uitgevoerd. 4.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen 1 Hef de buitenunit op.
Pagina 23
Over de doos VOORZICHTIG Ga ALLEEN als volgt om met de buitenunit: 2 Verwijder de accessoires op de bodem van de verpakking. 1× 1× 1× 1× 1× a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid b Montagehandleiding buitenunit c Label gefluoreerde broeikasgassen d Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen e Afvoerplug (op de bodem van de doos) ARXF20~42F5V1B...
Over de units en opties 5 Over de units en opties 5.1 Overzicht: Over de units en opties Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ Identificatie van de buitenunit 5.2 Identificatie OPMERKING Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.
Installatie van de unit 6 Installatie van de unit In dit hoofdstuk Installatieplaats voorbereiden..............................6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt ..............6.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten ........De units openen..................................6.2.1 Over het openen van de units ..........................
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen ALLEEN door bevoegde personen worden uitgevoerd. 6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt...
Pagina 27
Installatie van de unit a Geleideplaat b Belangrijkste windrichting c Luchtuitlaat Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen: ▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt. Opmerking: Als het geproduceerde geluid in reële omstandigheden wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van het geluid van de omgeving en de geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder "Geluidspectrum"...
Installatie van de unit ▪ Let op de benodigde ruimte bij de plaatsing van het windscherm. a Zeewind b Gebouw c Buitenunit d Windscherm De buitenunit is ontworpen voor alleen installatie buitenshuis, en om te koelen bij omgevingstemperaturen –10°C 46°C verwarmen omgevingstemperaturen van –15°C tot 24°C.
Installatie van de unit 6.2 De units openen 6.2.1 Over het openen van de units U moet op bepaalde momenten de unit openen. Voorbeeld: ▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen ▪ Wanneer u de elektrische bedrading moet aansluiten ▪ Wanneer u onderhoudswerkzaamheden op de unit moet uitvoeren GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is.
Installatie van de unit 6.3.2 Voorzorgen bij het monteren van de buitenunit INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Voorbereiding 6.3.3 De installatiestructuur voorzien Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai maken wanneer ze in bedrijf is.
Installatie van de unit 6.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen. ▪ Maak een waterafvoergoot rond de fundering om afvalwater weg van de unit af te voeren.
Pagina 32
Installatie van de unit 1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding (ter plaatse te voorzien). 2 Leg de 2 kabels over de buitenunit. 3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat de kabels de verf niet kunnen beschadigen (lokaal te voorzien).
Installatie van de leidingen 7 Installatie van de leidingen In dit hoofdstuk Koelmiddelleiding voorbereiden ............................7.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 7.1.2 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil......................7.1.3 Isolatie van de koelmiddelleidingen ........................Koelmiddelleiding aansluiten ..............................7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen....................7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ..............
Installatie van de leidingen Wat? Afstand Maximaal toegestaan hoogteverschil 12 m 7.1.3 Isolatie van de koelmiddelleidingen ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C) bestand tegen minstens 120°C ▪ Isolatiedikte: Buitendiameter leiding Binnendiameter isolatie Isolatiedikte (t) (Ø...
Pagina 35
Installatie van de leidingen OPMERKING ▪ Gebruik de flaremoer die op de hoofdunit is bevestigd. ▪ Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelolie aan op alleen de binnenkant van de verbreding. Gebruik koelolie voor R32 (Voorbeeld: FW68DA, SUNISO Oil). ▪ Hergebruik GEEN verbindingen.
Installatie van de leidingen WAARSCHUWING Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade aan de apparatuur en zelfs letsels.
Installatie van de leidingen 2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen. a Snijd precies in rechte hoeken af. b Verwijder de bramen. 3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding. 4 Verbreed de leiding.
Pagina 38
Installatie van de leidingen ▪ Oefen GEEN overmatige kracht uit op de klepsteel. Anders kan de afsluiter afbreken. ▪ Houd de afsluiter ALTIJD vast met een moersleutel, en draai dan de flaremoer los of vast met een momentsleutel. Zet de moersleutel NIET op het steeldeksel, aangezien dit een koelmiddellek kan veroorzaken.
Installatie van de leidingen Omgaan met de servicedop ▪ Gebruik ALTIJD een vulslang met een drukpen omdat de servicepoort een Schrader-ventiel is. ▪ Draai na gebruik van de servicepoort het deksel van de servicepoort vast en controleer op koelmiddellekken. Onderdeel Aanhaalmoment (N∙m) Dop van de onderhoudspoort 10,8~14,7...
Installatie van de leidingen 7.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Voorbereiding OPMERKING Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep die tot een meterdruk van − 1 00,7 kPa (− 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut) kan evacueren. Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
Pagina 41
Installatie van de leidingen a Lagedrukmanometer b Meterverdeelstuk c Hogedrukmanometer d Lagedrukklep (Lo) e Hogedrukklep (Hi) f Vulslangen g Vacuümpomp h Kleppendeksels i Servicepoort j Gasafsluiter k Vloeistofafsluiter 1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa (−1 bar) aangeeft.
Installatie van de leidingen 7.4 Koelmiddel vullen 7.4.1 Over het toevoegen van koelmiddel De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar in sommige gevallen kan het volgende vereist zijn: Wanneer Extra koelmiddel bijvullen Wanneer de totale lengte van de leiding de voorgeschreven lengte overschrijdt (zie later).
Installatie van de leidingen 3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en bevestigen op de binnenkant van de buitenunit. 7.4.2 Over het koelmiddel Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen NIET vrij in de atmosfeer. Koelmiddeltype: R32 Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675 Afhankelijk van de geldende wetgeving kunnen periodieke inspecties voor koelmiddellekken vereist zijn.
Installatie van de leidingen Indien de totale lengte van Dan… de leiding… >10 m R=(totale lengte (m) van de vloeistofleiding– 10 m)×0,020 R=Bijkomende vulling (kg) (afgerond in eenheden van 0,01 kg) INFORMATIE De leidinglengte is de lengte van de leidingen gerekend volgens één richting. 7.4.4 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen INFORMATIE Indien het systeem opnieuw volledig gevuld moet worden, bedraagt de totale...
Pagina 45
Installatie van de leidingen a Als bij de unit een meertalig label voor gefluoreerde broeikasgassen is geleverd (zie accessoires), neemt u de gewenste taal en kleeft u ze op a. b Koelmiddelvulling af fabriek: zie naamplaatje van de unit c Bijgevulde hoeveelheid koelmiddel d Totale hoeveelheid koelmiddel e Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen van de totale koelmiddelvulling uitgedrukt in ton CO...
Elektrische installatie 8 Elektrische installatie In dit hoofdstuk De elektrische bedrading voorbereiden ..........................8.1.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading ..................De elektrische bedrading aansluiten............................8.2.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading....................8.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading ............. 8.2.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading................
Elektrische installatie 8.2 De elektrische bedrading aansluiten 8.2.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading Typische werkstroom De elektrische bedrading aansluiten omvat typisch de volgende stappen: Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische specificaties van de units. De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit. De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit.
Elektrische installatie INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Voorbereiding 8.2.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading OPMERKING Wij raden aan massieve draden (met één ader) te gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde krimpklem.
Elektrische installatie Draadtype Methode Gevlochten geleider met rond oog a Klem b Schroef c Platte sluitring Toegelaten NIET toegelaten Aanhaalmomenten Onderdeel Aanhaalmoment (N•m) M4 (X1M) 1,2~1,5 M4 (aarde) ▪ De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet langer zijn dan de andere draden.
Pagina 50
Elektrische installatie 4 Sluit de kabel tussen de units en de elektrische voeding als volgt aan: 50 Hz 220-240 V a Kabel tussen units b Voedingskabel c Stroomonderbreker (lokaal voorziene zekering met nominale waarden volgens het typeplaatje) d Reststroomapparaat e Voeding f Aarding 3×...
De installatie van de buitenunit voltooien 9 De installatie van de buitenunit voltooien 9.1 De installatie van de buitenunit voltooien OPMERKING Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen. 1 Isoleer en maak de koelmiddelleiding en kabels als volgt vast: a Gasleiding b Isolatie gasleiding...
Inbedrijfstelling 10 Inbedrijfstelling 10.1 Overzicht: Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen. Typische werkstroom Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling"...
Inbedrijfstelling 2 Sluit de unit. 3 Schakel de unit in. De binnenunit moet juist gemonteerd zijn. De buitenunit moet juist gemonteerd zijn. Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen zijn vastgedraaid. De voedingsspanning stemt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit.
Inbedrijfstelling 2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het proefdraaien beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C. 3 Controleer of alle functies en onderdelen correct werken. 4 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit. INFORMATIE ▪...
Overhandiging aan de gebruiker 11 Overhandiging aan de gebruiker Als het testen voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Onderhoud en service 12 Onderhoud en service OPMERKING Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus. Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen. OPMERKING De geldende wetgeving inzake gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit zowel in gewicht als CO -equivalent wordt uitgedrukt.
Onderhoud en service 12.3 Checklist voor het jaarlijks onderhoud van de buitenunit Controleer minstens eens per jaar de volgende punten: ▪ Warmtewisselaar De warmtewisselaar van de buitenunit kan verstopt raken door stof, vuil, bladeren, enz. Er wordt geadviseerd de warmtewisselaar jaarlijks te schoon te maken.
Opsporen en verhelpen van storingen 13 Opsporen en verhelpen van storingen 13.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen wanneer er zich problemen voordoen. Het bevat informatie over het oplossen van problemen op basis van symptomen. Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen Voer een grondige visuele controle uit van de unit en zoek naar voor de hand liggende defecten, zoals losse aansluitingen of kapotte bedrading.
Opsporen en verhelpen van storingen 13.3.2 Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals verwacht Mogelijke oorzaken Oplossing Fout in de aansluiting van de elektrische Sluit de elektrische bedrading juist aan. bedrading Gaslek Controleer op gaslekken. 13.3.3 Symptoom: Waterlekken Mogelijke oorzaken Oplossing Onvolledige thermische isolatie (gas- en Controleer of de leidingen en de...
Als afval verwijderen 14 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Als afval verwijderen OPMERKING Om het koelmiddel te verwijderen (door leeg te pompen), stop de compressor vooraleer de koelmiddelleidingen te verwijderen. Indien de compressor nog steeds werkt en de afsluiter open staat tijdens het verwijderen van het koelmiddel, zal lucht in het systeem gezogen worden.
Technische gegevens 15 Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
Technische gegevens 15.1 Bedradingsschema Legende eengemaakt bedradingsschema Voor gebruikte onderdelen en nummering, zie het bedradingsschema op de unit. De onderdelen zijn genummerd met Arabische cijfers in oplopende volgorde en wordt in het overzicht hieronder aangegeven door het symbool “*” in de onderdeelcode. ONDERBREKER VEILIGHEIDSAARDING AANSLUITING...
Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.