De temperatuur en luchtstroomsnelheid instellen:
Bedrijfsmodus
Automatisch
Instelling
(Temperatuur)
(Luchtstroomsnelheid)
l Wanneer de unit in de verwarmings- of koelingsmodus draait tegen een lage luchtstroomsnelheid,
kan het zijn dat het verwarmings- of koelingseffect onvoldoende is.
De luchtstoomrichting instellen:
(
pagina 8)
Verwarmen
l De verwarming werkt door hitte van buitenshuis
in de kamer te brengen, wat betekent dat het
verwarmingsvermogen daalt als de buitentemperatuur
daalt. Als de kamer niet voldoende wordt verwarmd,
is het raadzaam om tegelijkertijd een ander
verwarmingsapparaat te gebruiken.
l De airconditioner verwarmt de kamer door warme
lucht te doen circuleren. Daarom duurt het even
voordat de hele kamer is verwarmd.
l Als de buitenunit bevrozen is, vermindert dit het
verwarmingsvermogen. Zet in dat geval de unit
in ontdooimodus.
Koelen
Temperatuur kan worden afgesteld.
Aanbevolen temperatuur
Koelen: 26°C -28°C
Verwarmen: 20°C -22°C
Er zijn vijf luchtstroomsnelheden
beschikbaar: van "
Verwarmen
" tot "
" plus "
".
l Tijdens het ontdooiproces blaast de
binnenunit geen warme lucht.
Drogen
Temperatuur kan
niet worden
afgesteld.
Luchtstroom-
snelheid kan niet
worden
afgesteld.
7