BEDRADING VAN HET TOESTEL - CONVENTIONELE ZONELIJN
Om het toestel te verbinden met de conventionele zonelijn worden er
twee schema's gebruikt, afhankelijk van de positionering op de lijn van
de herhalingsmodule:
- de herhalingsmodule zit aan het begin of halverwege de zonelijn (de
conventionele toestellen volgen het toestel op de lijn of zijn ervoor en
erna geplaatst); daarom moet de EOL-weerstand extern worden
gemonteerd:
Afbeelding 10 - Bedrading van de conventionele lijn (de EOL-weerstand
van de zonelijn bevindt zich buiten het toestel)
BELANGRIJK: als er zich bij deze bedradingsconfiguratie een
storing voordoet in het sub-radiosysteem, wordt de hele
resterende conventionele lijn na de herhalingsmodule geïsoleerd
van het systeem zolang de storing niet verholpen is; dit gebeurt
tenzij iedere sensor op de conventionele lijn voorzien is van een
Schottky-diode die de centrale kan benutten om de continuïteit te
garanderen.
Raadpleeg de toepasselijke normen en de documentatie bij de
conventionele centrale.
Afbeelding 11 - Bedrading van de conventionele lijn
(de EOL-weerstand van de zonelijn bevindt zich in
het toestel)
- de herhalingsmodule bevindt zich aan het einde van de zonelijn (alle
conventionele toestellen zitten vóór de module); daarom moet de EOL-
weerstand van de zonelijn op de aansluitklemmen van het toestel worden
gemonteerd en niet erbuiten, zoals gebruikelijk.
A
f
b
e
e
l
d
i
n
g
1
0
-
B
e
d
r
a
d
i
n
g
v
a
n
d
e
c
o
n
v
e
Afbeelding 10 - Bedrading van de conventionele lijn
(de EOL-weerstand van de zonelijn bevindt zich
buiten het toestel)
5