9. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd.
Om kortsluiting en daaruit voortkomende schade aan het apparaat te voorkomen,
moet tijdens het aansluiten de negatieve pool (massa) van de accu worden
afgeklemd. Sluit de minpool van de accu pas weer aan als u het apparaat volledig
heeft aangesloten en de aansluiting goed is gecontroleerd.
Gebruik voor de controle van de spanning aan boordspanningskabels alleen een
voltmeter of een diodetester, omdat normale controlelampen te hoge stromen
opnemen en daardoor de boordelektronica zou kunnen beschadigen.
Let bij het leggen van leidingen op, dat deze niet ingeklemd worden of tegen scherpe
kanten aan schuren; gebruik bij doorvoeringen rubber kokers.
De bedrading naar de luidsprekers moet steeds tweeaderig worden uitgevoerd.
Isoleer open verbindingsplaatsen. Zorg dat snoeren niet door scherpe randen kunnen
worden beschadigd.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastingscapaciteit (zie de
"Technische gegevens").
Zorg dat alle luidsprekers volgens de juiste poolrichting zijn aangesloten - de plus-
en min-markering moeten overeenkomen. De aansluitkabels van de luidsprekers zijn
normaliter gecodeerd: Sommige luidsprekerfabrikanten markeren de (+)-kabel met
een extra gekleurde streep, andere gebruiken echter een geribbelde kabel voor de
(+)-pool en voor de (-)-pool daarentegen een gladde kabel.
Het apparaat is ontwikkeld voor gebruik met luidsprekerimpedanties van minimaal 4
ohm. Sluit in geen geval luidsprekers met een lagere impedantie aan.
Bij de meeste voertuigen zijn de kabels voor de elektrische aansluiting en de
aansluiting van de luidsprekers al tot aan de aanwezige inbouwschacht gelegd. Als
dit niet het geval is, dan moet er op worden gelet dat de achteraf ingebouwde kabels
via de bijbehorende aanwezige boordzekeringen (zie gebruiksaanwijzing van het
voertuig) zijn beveiligd.
10