De behuizingsconstructie en –layout moeten garanderen, dat geschikte ventilatiewegen en –afstanden
vrij gelaten worden, zodat lucht door het koellichaam van de omvormer kan circuleren. PETER
electronic raad de volgende minimale afmetingen aan, voor omvormers die in niet geventileerde
metalen behuizing gemonteerd worden.
3.5 Richtlijnen montage behuizing bi IP66 (Nema 4X)-apparaten
•
De omgeving moet voldoen aan de omgevingseisen
zoals die zijn beschreven in hoofdstuk 9.1.
•
De omvormer moet verticaal gemonteerd worden op
een vlakke ondergrond.
•
Houd rekening met voldoende ruimte rondom de
omvormer zoals in de tabel aangegeven.
•
De montageplek en de bevestigingsmaterialen moeten
zodanig worden gekozen dat ze het gewicht van de
omvormer kunnen dragen.
•
"VersiDrive i /E"-omvormers met behuizing kunnen
naast elkaar gemonteerd worden, zodat zich hun
koellichaam-flens aanraken.
•
Als de "VersiDrive i /E" boven een andere omvormer of
een ander warmte producerend apparaat gemonteerd
wordt, bedraagt de verticale minimale afstand (X) 150
mm (5,9 inch) naar boven en naar onderen.
10