Bediening van de DJ-202
Handelingen met de Performance Pads
Hot Cue-handelingen (HOT CUE)
In hot cue-modus kunt u hot cues toewijzen aan performance pads 1–4 en
manual loops aan performance pads 5–8.
Hot cue
1
2
3
5
6
7
Manual loop
Hot cues toewijzen
Door een hot cue in te stellen, kunt u onmiddellijk afspelen vanaf de
geselecteerde locatie.
U kunt voor iedere song maximaal vier hot cues instellen.
1
Druk op de [HOT CUE]-knop zodat ze oplicht.
2
Druk tijdens de weergave of tijdens pause op een performance
pad 1–4 die niet brandt.
Er wordt een hot cue toegewezen aan de performance pad die u hebt ingedrukt.
Er worden als volgt hot cues (1–4) toegewezen aan de performance pads.
HOT CUE
HOT CUE
HOT CUE
1
2
3
3
Druk op een performance pad die brandt (d.w.z.een pad
waaraan een hot cue is toegewezen).
De weergave start vanaf de opgegeven locatie.
MEMO
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op een performance pad drukt, dan
wordt de hot cue van de ingedrukte pad gewist.
Manual loops toewijzen
1
Druk op de [HOT CUE]-knop zodat ze oplicht.
2
Druk tijdens de weergave op performance pad 5 om het loop
IN-punt te bepalen.
Loop
Loop
Loop
IN
OUT
EXIT
3
Druk tijdens de weergave op performance pad 6 om het loop
OUT-punt te bepalen.
De weergave van de loop begint tussen het loop IN-punt en het loop OUT-punt.
4
Om manual loop te verlaten, drukt u tijdens de weergave van
de loop op performance pad 7.
Als u na het verlaten van manual loop tijdens de weergave op
performance pad 7 drukt, dan keert u terug naar het eerder ingestelde
Loop IN-punt en begint de weergave van de loop.
5
Om manual loop te annuleren, drukt u op performance pad 8.
Als u op performance pad 8 drukt nadat u de manual loop hebt
geannuleerd, dan wordt de manual loop opnieuw ingesteld.
De lengte van de manual loop aanpassen
5 Tijdens de weergave kunt u op performance pad 5 drukken en met de
jog dial fijne aanpassingen maken aan het loop IN-punt. Als u opnieuw
op performance pad 5 drukt, keert u terug naar de loop-weergave.
5 Tijdens de weergave kunt u op performance pad 6 drukken en met de
jog dial fijne aanpassingen maken aan het loop OUT-punt. Als u opnieuw
op performance pad 6 drukt, keert u terug naar de loop-weergave.
4
8
HOT CUE
4
Loop
ON/OFF
Loop-handelingen (LOOP)
In loop-modus kunt u loops toewijzen aan performance pads 1–4 en
manual loops aan performance pads 5–8.
Loop
1
2
3
5
6
7
Manual loop
Loops toewijzen
U kunt een loop toewijzen van 1, 2, 4, of 8 tellen in verhouding tot de BPM
van de song.
1
Druk op de [LOOP]-knop zodat ze oplicht.
2
Druk tijdens de weergave op een performance pad 1–4 om de
loop in te schakelen.
De tellen van de loop worden als volgt toegewezen aan de performance
pads.
1 tel
2 tellen
4 tellen
3
Om de loop uit te schakelen, drukt u nogmaals op dezelfde
performance pad.
Manual loops toewijzen
Deze handeling is hetzelfde als voor manual loop van hot cue mode.
Sequencer-handelingen (SEQUENCER)
Met behulp van de sequencer, kunt u "patterns" die werden gecreëerd met
drumklanken (instrumenten) van een Roland TR-909, TR-808, TR-707 of
TR-606 drumcomputer, of samples van Serato Sampler, bewerken in ofwel
step recording of realtime recording.
* Voor details over de bediening van de sequencer, zie "De Sequencer
gebruiken" (p. 13).
Pattern-handelingen (PATTERN)
In pattern-modus kunt u patterns (1–16) afspelen die u selecteert door op
een performance pad te drukken.
* Voor details over selectie en weergave van patterns, zie "De Sequencer
gebruiken" (p. 13).
INST PLAY-handelingen
In INST PLAY-modus kunt u instrumenten spelen via de performance pads
(p. 13).
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk tweemaal op [SEQUENCER] om
naar INST PLAY-modus te gaan.
In INST PLAY-modus knippert de knop zeer snel.
De volgende instrumenten zijn toegewezen aan de performance pads.
BD
SD
CH
LT
HC
RS
2
Druk op een performance pad.
4
8
8 tellen
OH
RC
11