INSTALLATIE EN ONDERHOUD VAN DE SENSOREN
De draadloze sensor kan bijvoorbeeld op een dwarsbalk
gemonteerd worden (diameter 19~29 mm; niet meegeleverd)
bijv. met behulp van de meegeleverde slangklem.
Stel de sensor zo in dat hij gelijk ligt met het blad dat wordt
bewaakt. De hellingshoek van de sensor moet tussen de 0 en
de 30 graden liggen. Hierdoor worden de werkelijke
vochtomstandigheden, die overeenkomen met de
omstandigheden van bladeren, het best gesimuleerd. Het is
noodzakelijk te controleren of de positie van de sensor
daadwerkelijk zo is gericht, dat regendruppels op het actieve
deel van de sensor vallen.
De sensor en isolator moeten af en toe worden gereinigd met
een zachte doek en een geschikt, niet-schurend middel. Vuil
dat is afgezet op de elektroden en in de ruimte ertussen kan
een verhoogde geleidbaarheid veroorzaken, zelfs als het droog
is.
AANSLUITING OP DE HOOFDUNIT VAN HET GARNI 3055
Arcus WEERSTATION
De draadloze sensor is compatibel met het GARNI 3055 Arcus
weerstation met firmware PRO_V1.9.5 en hoger.
Creëer de verbinding met de hoofdunit van het GARNI 3055
Arcus weerstation aan de hand van de instructies van het
5