5.
INGANGEN / UITGANGEN
5.1
Voeding
5.2
Verbinding met de uitbreidingsmodule

5.3
Koppelen van regelaars
Het doel is om bepaalde functionaliteiten te delen
•
De verwarmings- en koelmodus voor de hele installatie
•
Het pompsignaal
•
Het kloksignaal
U kunt één hoofdregelaar en maximaal twee subregelaars koppelen
De verbinding tussen de regelaars kan in ster of serieel zijn
➢
Sterverbinding:Twee subregelaars zijn rechtstreeks op de hoofdregelaar aangesloten:

➢
Seriële verbinding:De hoofdregelaar is gekoppeld aan de eerste subregelaar. De tweede subregelaar is
gekoppeld aan de eerste subregelaar.

Eén regelaar is de hoofdregelaar en de andere regelaars zijn de subregelaars. Dit wordt gedefinieerd door DIP-schakelaar 1
(zie4.3)
MAIN CONTROLLER
Hoofdregelaar
•
Bepaalt de H/C modus van de installatie (H/C-
ingang, hoofdthermostaat) en stuurt het
signaal door naar de subregelaar
•
Kan de systeempomp van de installatie
beheren
SUB CONTROLLER
Sub-regelaar
•
Volgt de H&C modus vanaf de hoofdregelaar
of de hoofdthermostaat
•
Stuurt de lokale vraag naar verwarming of
koeling naar de hoofdregelaar
•
Beheert alleen de lokale pomp
7