Gebruikershandleiding
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel het
printerstuurprogramma kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van het printerstuurprogramma, klik
op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van het printerstuurprogramma. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
Instellingen voor het Windows-printerstuurprogramma beperken
U kunt sommige instellingen van het printerstuurprogramma vergrendelen, zodat andere gebruikers ze niet
kunnen wijzigen.
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder.
1. Open de Optionele instellingen in de printereigenschappen.
❏ Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Systeem > Configuratiescherm > Apparaten en printers
weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer
ingedrukt en selecteer Printereigenschappen. Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
❏ Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en
selecteer Printereigenschappen. Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
❏ Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Printereigenschappen.
Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
❏ Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Configuratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen. Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
❏ Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen. Selecteer het
tabblad Optionele instellingen.
2. Klik op Driverinstellingen.
3. Selecteer de functie die u wilt beveiligen.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Netwerkservice en softwareinformatie
118