Inhoudsopgave
Advertenties
Rijden met het voertuig
Waarschuwing!
Lees dit voordat u met het
voertuig rijdt! Of dit uw eerste mobiliteitsvoertuig is
of niet, lees deze richtlijnen omdat alle voertuigen
van elkaar verschillen. Als u dit niet doet, kan dit
schade aan u, een derde partij of het voertuig
veroorzaken.
1.
Controleer de weersvoorspelling voordat u
vertrekt.
Of uw trip nu lang of kort is, we raden u
aan om ervoor te zorgen dat u geschikte kleding
draagt.
2.
Bereik. Uw scootmobiel heeft een beperkt bereik.
Zorg er altijd voor dat uw geplande trip het maximale
bereik in het technisch specificatieblad niet overschrijdt
en dat uw accu volledig is opgeladen.
3.
Als u medicatie neemt, vraag dan uw dokter of
huisarts om te controleren of uw vermogen om het
voertuig te besturen niet verminderd is en drink
geen alcohol wanneer u rijdt.
4.
Gebruik het voertuig alleen voor het doel
waarvoor het is bestemd. Rij niet door water of
gladde oppervlakken; vervoer niet meer dan één
persoon; sleep geen andere voertuigen of draag
geen overgewicht.
5.
Controleer of de vrijloophendel niet in de
vrijloop positie/modus staat.
6.
Controleer of de acculader is losgekoppeld.
7.
Controleer of u goed zit.
8.
Controleer of de rugleuning
rechtop/correct is afgesteld en op zijn plaats
is vergrendeld.
9.
Controleer of geen van de items in uw opberg vak
eruit kunnen vallen of verstrikt kunnen raken in de
wielen van de scootmobiel of andere mechanismen.
10.
Zorg ervoor dat uw voeten stevig op de
voetsteunen zijn geplaatst.
11.
Controleer of u de stoel hebt afgesteld
volgens de instructies in deze handleiding.
12.
Zorg ervoor dat de weg vrij is.
13.
Schakel de stroom aan. Controleer dat de
indicator van het accuniveau een hoog laadniveau
toont.
14.
Snelheidsregeling. Stel de snelheidsregeling
in op een lage instelling.
15.
Activeer voorzichtig de vingercontroles (vooruit
of achteruit) en stuur in de gewenste richting. Het
voertuig gaat nu rijden. Hoe verder u de peddel duwt
(vooruit of achteruit), hoe sneller het voertuig zal rijden.
16.
Om te remmen, plaatst u de vingerbediening
terug in de start/neutrale positie. Als u onzeker
wordt of zich onveilig voelt, laat de peddels dan
onmiddellijk los. Opmerking: Druk of trek nooit
tegelijkertijd aan beide vingerbedieningen, want u kunt
het controlesysteem van uw scootmobiel beschadigen
en dit kan onregelmatig gedrag veroorzaken.
17.
Naarmate u meer vertrouwd raakt met het
vermogen kunt u de snelheid verhogen.
18.
Schakel uit wanneer niet in gebruik. Om uw
accu's te sparen en te voorkomen dat het voertuig per
ongeluk beweegt, moet u altijd de stroom uitschakelen
wanneer uw Scootmobiel niet in gebruik is. (On/Off of
contactsleutel).
Tip: Als u uw scootmobiel gedurende lange tijd
aangeschakeld laat zonder hem te gebruiken, gaat hij
over naar de slaapmodus om stroom te sparen. Om de
scooter opnieuw te activeren, moet de On/Off sleutel naar
de "Off" positie worden gedraaid en vervolgens weer
.
terug naar de "On" positie
15
Advertenties
Inhoudsopgave
