Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Testgids Bij Storingen; Meten Van De Spanning Aan De Uitgang Van Het Zonnepaneel; Meten Van De Spanning Aan De Uitgang Van De Accu's; Meten Van De Spanning Aan De Uitgang Van De Regelaar - Abriblue OPEN Solar Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

17/20 - Installatiehandleiding van het automatische zwevende veiligheidsluik OPEN Solar Energy

7. Testgids bij storingen

De volgende lijst is opgesteld om te helpen bij het
vaststellen en corrigeren van storingen die tijdens
de installatie kunnen optreden. Deze gids mag enkel
gebruikt worden door personeel dat het luik mag
installeren. Respecteer dit om van de garantie te
blijven genieten. Wanneer de oorzaak van de storing
niet bepaald kon worden op basis van deze informatie,
moet de professional contact opnemen met de
verkoper van het luik of de fabrikant.
Volledig lezen voor het uitvoeren van interventies.
Raadpleeg afbeeldingen 21 en 22.
De naleving van de polariteit tussen de voeding en de
oprolinrichting is belangrijk omdat de rotatierichting
van de motor bepaald wordt door draden 1 en 2 van
de motorkabel en niet direct door de '+' en '-' van de
voeding.
Controleer de goede staat en bevestiging van de
elektrische aansluitingen.
7.1 Meten van de spanning aan de uitgang van
het zonnepaneel
7.1.1 Ontkoppel de groene draad van de accu '+'.
7.1.2 Sluit de gele en witte draad van de regelaar aan. Meet
de gelijkspanning tussen deze twee draden (een
correct uitgericht paneel dat direct van zonnestralen
voorzien wordt, levert een spanning van > 24 V en
< 50 V).
7.1.3 Er moet een gelijkspanning van 24 V aanwezig zijn.
Wanneer dit het geval is, gaat u naar stap 2.
7.1.4 Wanneer de spanning lager is dan 24 V, moet u
deze spanning opnieuw meten, direct tussen de
zwarte en rode draad van het zonnepaneel.
7.1.5 Wanneer de gemeten spanning hoger is dan 24 V,
controleert u de aansluitingen en de staat van de
draden.
7.1.6 Wanneer er geen of een lage spanning (< 24 V) is,
duidt dat op een fout van het zonnepaneel. Dat kan
het gevolg zijn van een aansluitfout of een defecte
component. U moet het paneel terugsturen naar
AS POOL om het te laten nakijken.
7.2 Meten van de spanning aan de uitgang van
de accu's
7.2.1 Ontkoppel de accu's voor de test. Ze moeten
allemaal een spanning van 12 V hebben.
7.2.2 Sluit de accu's weer aan, ontkoppel de groene
en zwarte draad van de regelaar. U moet een
gelijkspanning van 24 V meten tussen deze draden.
7.2.3 Wanneer de spanning lager is dan 22 V, volstaat
deze niet voor de goede werking van de motor.
Controleer alle aansluitingen en de staat van de
draden.
7.2.4 Wanneer er geen of een lage spanning (< 24 V)
is, duidt dat op een ontlading van de accu's. Dat
kan het gevolg zijn van een aansluitfout, een
slechte uitrichting van het paneel of een defecte
component.
7.3 Meten van de spanning aan de uitgang van
de regelaar
7.3.1 Laat de blauwe en bruine draad van de regelaar
aangesloten en meet de gelijkspanning tussen
beide draden. Deze moet 24 V zijn. Deze spanning
moet aanwezig zijn tussen de aansluitklemmen van
kroonsteentjes 3 en 4 (controleer de draden en de
aansluitingen indien dit niet het geval is).
7.3.2 Wanneer er geen spanning aanwezig is of wanneer
deze aanwezig is aan de uitgang van de accu's,
moet u de knop ingedrukt houden en de sleutel
bedienen.
7.3.3 Wanneer het luik reageert op de bediening van
de sleutel, duidt dat op een fout van de regelaar.
Dat kan het gevolg zijn van een te hoge spanning
door een onweer, een aansluitfout of een defecte
component. U moet de regelaar terugsturen naar
AS POOL om deze te laten nakijken.

7.4 Bediening van de sleutelschakelaar

7.4.1 Gebruik de continuïteitsmeting van uw multimeter
om te controleren of de contacten (NO) achter de
schakelaar één voor één sluiten wanneer de sleutel
afwisselend in beide richtingen gedraaid wordt.
7.4.2 Aan de kroonsteentjes aangeduid met +, -, 1, 2, 3,4,
7.4.3 Meet 24 V DC tussen de '+' en de '-',
7.4.4 Meet 24 V DC tussen de 3 en de 4,
7.4.5 Meet 24 V DC tussen de 3 en de 1 wanneer de
sleutel in een richting bediend wordt,
7.4.6 Meet 24 V DC tussen de 3 en de 2 wanneer de
sleutel in een andere richting bediend wordt.

7.5 Controle van de gelijkstroom van de motor

7.5.1 Neem twee kroonsteentjes.
7.5.2 Sluit de +24 V DC aan op een kroonsteentje en de '-'
(0) op het tweede kroonsteentje.
7.5.3 Neem de motorkabel en sluit draad 4 aan op de '+' en
draad 3 op de '-'. De polariteitsrichting is belangrijk.
7.5.4 Breng draad 1 in contact met draad 4 (+ 24 V): de
motor moet in een bepaalde richting draaien.
7.5.5 Verwijder draad 1.
7.5.6 Breng draad 2 in contact met draad 4 (+ 24 V): de
motor moet in de andere richting draaien.
7.5.7 Door het omkeren van draden 1 en 2 wordt de
rotatierichting van de motor omgekeerd.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave