Inhoudsopgave
Advertenties
3.2 aansluitmogelijkheden
1 en 2
Overdruk (G ¼" )
3 en 4
Onderdruk (G
aanslui-
dg..u
ten
Overdruk
1
Overdruk
2
3
Onderdruk
Onderdruk
4
1 of 2 voor de hogere absolute
Verschildruk
3 of 4 voor de lagere absolute druk.
Niet gebruikte aansluitingen
aanslui-
dg..B
ten
Overdruk
1
➔ Filtermat (bestelnr. 74916199) aan de aan-
sluitingen 3 en 4 gebruiken als de elektrische
contacten in de drukschakelaar door vuildeeltjes
in de omgevingslucht/in het medium veront-
reinigd kunnen worden. Bij IP 65 is de filtermat
standaard, zie typeplaatje.
3.3 Inbouwen
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Gastoevoer sluiten.
3 Let erop dat de buisleiding schoon is.
4 De leiding spoelen.
4 BedRaden
De drukschakelaar DG..B, DG..U kan worden
gebruikt in de zones 1 (21) en 2 (22) op plaatsen
met explosiegevaar, wanneer in het veilige gedeelte
een scheidingsversterker als Ex-i-materieel conform
EN 60079-11 (VDE 0170-7):2012 is voorgeschakeld.
DG..B, DG..U als "eenvoudig elektrisch materieel"
conform EN 60079-11:2012 voldoet aan tempera-
tuurklasse T6, groep II. De interne inductiviteit/capa-
citeit bedraagt Li = 0,2 μH/Ci = 8 pF.
Bij kleine schakelvermogens zoals bijvoorbeeld bij
24 V, 8 mA, in silicone- of oliehoudende lucht wordt
de inzet van een RC-element (22 Ω, 1 μF) aanbe-
volen.
C = 1 µF
NO
2
NC
1
➔ Als de drukschakelaar ooit een spanning van
> 24 V (> 30 V) en een stroom van > 0,1 A bij
cos φ = 1 of > 0,05 A bij cos φ = 0,6 gescha-
keld heeft, is de gouden laag op de contacten
weggebrand. Daarna kan het apparaat alleen
/
" )
1
8
afsluiten
vrijlaten
2
3 of 4
1
3 of 4
4
1 of 2
3
1 of 2
druk.
afsluiten.
afsluiten
vrijlaten
–
–
R = 22 Ω
COM
3
nog maar voor dat vermogen of voor hogere
vermogens worden gebruikt.
opgeLeT
– Om ervoor te zorgen dat de DG..B, DG..U
tijdens bedrijf niet beschadigd raakt, het
schakelvermogen in acht nemen, zie pagina
6 (9 Technische gegevens).
1 Installatie spanningsvrij maken.
2
M16 x 1,5:
5
Ø 4–10 mm
6 Bedraden volgens het aansluitschema.
7 M16-wartel (1/2" NPT conduit) vastdraaien.
➔ De contacten 3 en 2 gaan bij stijgende druk
dicht. De contacten 1 en 3 gaan bij dalende druk
dicht. Bij het maakcontact komt het NC-contact
te vervallen.
L1
3
COM
2
1
NO
NC
5 InsTeLLen
➔ Het schakelpunt is door middel van het handwiel
instelbaar.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Het deksel van de behuizing eraf schroeven.
➔ Na het succesvol instellen het deksel van de
behuizing weer aanbrengen. Aanhaalkoppels
in acht nemen, zie pagina 6 (9 Technische
gegevens).
3 Ohmmeter aansluiten.
NO
2
COM
3
NC
1
4 Het schakelpunt met het handwiel instellen.
5 Manometer aansluiten.
0
0.4" = 0.4"WC
6
1 cm = 1 mbar = 100 Pa
NL-3
3
4
1
2
NC
COM
NO
1
3
2
NC
COM
NO
3
Advertenties
Inhoudsopgave
